Ned. schilder, tekenaar en graficus, *22.6.1904 Meerssen. Kooien kreeg tijdens de Eerste Wereldoorlog, met zijn vriend Charles Eyck, schilderles van de uitgeweken Vlaming Jan Van Puyenbroek.
Met een toelage kon hij in 1922 zijn opleiding vervolgen aan de Rijksacademie te Amsterdam. In deze stad maakte hij al vroeg naam als portrettist van prominenten, gevolg van de toekenning in 1929 van de Thérèse Schwartzprijs voor zijn portret van H.Levigne. In 1946 keerde hij naar Limburg terug (kasteel Terworm). Kooien werd in zijn Amsterdamse jaren beïnvloed door de Hollandse meesters (m.n. Rembrandt) en de Vlaamse primitieven (Memlinc), later ook door de vroeg-renaissancistische meesters. Van hen nam hij de grote aandacht voor het detail en de mystieke sfeer over. Hij schilderde naakten en landschappen, maar beeldde ook mijnwerkers ondergronds uit, ontwierp monumentale wandkleden voor de abdij van Middelburg, en maakte tekeningen en grote linosneden.LITT. W.K.Coumans, Beeldende kunst in Limburg (1983); Cat. eretent. H.Coolen, Kasteel Hoensbroek (1984).
