Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kameroen

betekenis & definitie

(République Unie du Cameroun), republiek in Centraal-Afrika, begrensd door de Golf van Guinea, Nigeria, Tsjaad, Centraalafrikaanse Republiek, Kongo, Gabon en Equatoriaal Guinee, 475 442 km2, 8,65 mln. inw. Hoofdstad: Yaoundé.

ECONOMIE

De bevolking van Kameroen neemt dank zij een geboortenoverschot jaarlijks met ca. 2,2 % toe. De geboortencoëfficiënt bedraagt 42 ‰ en de sterftecoëfficiënt 21 ‰. 35 % van de bevolking woont in steden. De beroepsbevolking bestaat uit 4 mln. personen, van wie 80 % in de landbouw werkzaam is. Van de totale oppervlakte wordt 14 % gebruikt als akkerland en 18 % als weidegebied. Van de akkers ligt per jaar twee derde braak en 54 % van de oppervlakte bestaat uit tropisch bos.

De commerciële landbouw is in Kameroen zeer belangrijk. De voornaamste agrarische produkten zijn koffie en cacao, die resp. 26 % en 23 % van de totale exportwaarde vertegenwoordigen. Het tropische woud levert 13 % van de totale export aan hardhout. Andere belangrijke exportprodukten zijn aluminiumoxide en aardolie. De produktie van aardolie neemt snel toe: 0,6 mln. t in 1978, 1,7 mln. t in 1979, 2,8 mln. t in 1980 en 4 mln. t in 1981.

POLITIEK

Met sterke hand en dank zij een uitgekiende balanspolitiek tussen het islamitische noorden en het christelijke zuiden wist president Ahmadou Ahidjo de orde in Kameroen te handhaven. Uitingen van ontevredenheid, een samenzwering van onderofficieren en een beginnende rebellie in het noorden werden gewelddadig onderdrukt. Herhaaldelijk kwam het tot spanningen met de buurlanden. De burgeroorlog in Tsjaad was voor de regering een constante bron van bezorgdheid. Een onopgelost grensconflict uit de koloniale tijd leidde op 16.5.1981 tot een incident tussen Kameroense en Nigeriaanse patrouilleboten, waarbij vijf Nigerianen om het leven kwamen. De stemming in Nigeria werd oorlogszuchtig en alle onderhandelingspogingen faalden, tot president Ahidjo op 20 juni zijn excuses en smartegeld voor de nabestaanden aanbood.

Een voetbalwedstrijd tussen de nationale teams van Kameroen en Gabon gaf in die buurstaat aanleiding tot pogroms tegen aldaar verblijvende Kameroenezen. De Franse regering vormde een luchtbrug om een deel van hen te repatriëren.

Op 6.11.1982 legde de islamitische noorderling Ahidjo zijn ambt om gezondheidsredenen neer. Premier Paul Bia, een rooms-katholiek uit het zuiden, volgde hem automatisch als president op. Ahidjo bleef wel voorzitter van de Union Nationale Camerounaise (UNC). Bello Bouba, tot dan minister van Economie en Planning, werd premier. In jan. 1983 ontbrandde er een strijd tussen Bia en zijn voorganger Ahidjo. Deze laatste wilde dat de eenheidspartij UNC de politiek van het land bepaalde, terwijl Bia dit recht voor de president opeiste.

Bij een ingrijpende reorganisatie van het kabinet op 18 juni verdwenen vier aanhangers van Ahidjo uit de regering. Op 22 aug. maakte Bia een komplot tegen de veiligheid van de republiek bekend. Premier Bouba werd ontslagen, evenals de staatsminister van de strijdkrachten, Abdoulaye Maikano, beiden moslims uit het noorden. Op 27 aug. trad Ahidjo af als voorzitter van de UCN. Het Congres van de partij koos daarop Bia tot nieuwe voorzitter. Bij de op 14.1.1984 gehouden presidentsverkiezingen werd Bia met ruim 99 % van de uitgebrachte stemmen herkozen.

Op 28 febr. werd Ahidjo, die in Frankrijk verbleef, door een militaire rechtbank bij verstek ter dood veroordeeld. Hij was beschuldigd van een mislukte samenzwering tegen president Bia in 1983. De doodstraf werd later in levenslange gevangenisstraf omgezet. Een poging tot staatsgreep, ondernomen op 6 april door een deel van de Republikeinse Garde in Yaoundé, werd verijdeld. Gevestigde belangen hadden baat bij een coup, want Bia had politieke en economische hervormingen aangekondigd, o.a. volledige controle over de olierevenuen. Opnieuw werd Ahidjo ervan beschuldigd de aanstichter te zijn geweest.

LITT. J.A.Ngwa, A new geography of Cameroon (1979); J.F.Bayart, L’état au Cameroun (1979).