Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Ierland

betekenis & definitie

(Eire), republiek op het eiland Ierland, begrensd door Noord-Ierland, de Atlantische Oceaan, de Ierse Zee en het Saint George’s Kanaai, 70283 km2, 3,44 mln. inw. Hoofdstad: Dublin.

ECONOMIE

Van de beroepsbevolking van 1,29 mln. mensen werkt 19,8 % in de landbouw en ca. 32 % in de industrie. De werkloosheid bedroeg in 1982 14 % van de beroepsbevolking. Het inkomen per hoofd van de bevolking ligt niet hoger dan 43 % van het gemiddelde inkomen per EG-bewoner.

De belangrijkste vorm van landbouw is de (melk)veeteelt. De veestapel telt 6,7 mln. runderen, die 5,2 mln. t melk, 135 000 t boter en 330 000 t rundvlees leveren. Er zijn 1,1 mln. varkens en 3,5 mln. schapen. Die leveren nog eens 157 000 t varkensvlees en 43 000 t schapevlees, evenals 7650 t gereinigde wol op. Het belangrijkste produkt van de akkerbouw is gerst (1,45 mln. t); daarnaast zijn suikerbieten (1,55 mln. t), aardappelen (1,1 mln. t) en haver (90 000 t) van belang.

Ierland heeft de belangrijkste non-ferromijnbouw van de EG. Zink (228 700 t) en lood (57 900 t) zijn daarvan de belangrijkste produkten. Ook produceert de mijnbouw nog 24 t zilver per jaar. Ierland heeft maar weinig belangrijke industrie. Op Griekenland na heeft Ierland binnen de EG het minste aantal auto’s per 1000 inwoners, nl. 213. Met 174 telefoontoestellen per 1000 inwoners scoort Ierland het laagst in de EG.

Het enige wat zeer hoog is, gemeten naar EG-maatstaven, is de inflatie (23,3 % in 1981). De belangrijkste handelspartner is Groot-Brittannië; daar werkt ook een groot aantal Ieren.

POLITIEK

Het door de regering-Haughey aangekondigde investeringsbeleid in de sectoren transport, telecommunicatie en bouw dat honderdduizend nieuwe arbeidsplaatsen moest opleveren, resulteerde in een flink begrotingstekort, terwijl de inflatie tot 20 % opliep. Een en ander deed de premier ertoe besluiten in juni 1981 algemene verkiezingen uit te schrijven om, met het oog op de te nemen impopulaire economische maatregelen, zijn positie te consolideren. De verkiezingsuitslag viel echter in het voordeel uit van de oppositie, hoewel geen enkele politieke formatie de meerderheid in de Tweede Kamer (Dail) kon verwerven. De winnende Fine Gael besloot daarop onder de leiding van G.FitzGerald een minderheidscoalitie te vormen met de Labour Party. De nieuwe regeringsleider spitste zijn programma toe op de oplossing van de Noordierse kwestie terwijl een verhoging van de indirecte belastingen de financiële noden moest lenigen.

Eind jan. 1982 struikelde de regering-FitzGerald evenwel over de door haar ingediende crisisbegroting. De verhoogde BTW en vooral de voorgenomen heffing op kleding en schoeisel bleek een breekpunt voor de Ierse volksvertegenwoordiging. De vervroegde verkiezingen van febr. 1982 brachten niet meer politieke duidelijkheid. Weer was er geen meerderheid voor een van de grote partijen.

Fianna Fail-leider Haughey werd opvolger van FitzGerald. In aug. kreeg hij te doen met een schandaal toen in de woning van zijn vriend, procureur-generaal Patrick Connolly, een man werd gearresteerd die verdacht werd van een dubbele moord. Nadat zijn kabinet reeds enkele moties van wantrouwen met moeite had overleefd, kwam het uiteindelijk toch ten val.

De nieuwe verkiezingen van nov. 1982 leverden geen absolute meerderheid op voor een van de twee grootste partijen. In dec. werd FitzGerald opnieuw premier van een coalitieregering van Fine Gael en Labour Party.

Op 7.9.1983 werd bij referendum met een twee derde meerderheid een voorstel aangenomen om het verbod op abortus in de grondwet op te nemen. De opkomst van de kiezers bedroeg minder dan 50 %. Hoewel abortus bij wet was verboden, werden de politieke partijen gedwongen zich hierover uit te spreken. FitzGerald adviseerde de kiezers tegen het grondwetsartikel te stemmen; oppositieleider Haughey ijverde voor de meest expliciete versie ervan.

Bij de verkiezingen voor het Europese Parlement in juni 1984 wonnen de grote partijen. Fianna Fail won acht zetels (in 1979: vijf) van de 15 zetels die Ierland in het Europese Parlement heeft. Fine Gael kreeg er twee zetels bij en kwam daardoor op zes zetels. De Labour Party was de grote verliezer, want zij verloor haar vier zetels.

In okt. 1984 kondigde de regering saneringsmaatregelen aan om het begrotingstekort met 2,5 % tot 5 % van het BNP terug te brengen. In de periode 1985-87 zou £ 400 mln. op de overheidsuitgaven moeten worden bezuinigd; de ambtenarensalarissen zouden worden bevroren.