Eigenlijk: Helmut Flieg, Duits schrijver, *10.4.1913 Chemnitz. Heym studeerde filosofie, germanistiek en perswetenschap.
In 1933 week hij voor Hitler uit naar Tsjechoslowakije en vandaar in 1935 naar de VS. In New York werd hij redacteur van het weekblad Deutsches Volksecho. In 1944 keerde hij als Amerikaans officier naar West-Duitsland terug, waar hij medeoprichter werd van de Neue Zeitung in München. Wegens zijn onverholen sympathie voor de Sovjetunie werd hij uit het leger ontslagen en naar de VS teruggestuurd. Uit protest tegen de oorlog in Korea verliet hij in 1951 de VS en gaf zijn Amerikaans staatsburgerschap op. Heym vestigde zich in Oost-Berlijn. Hij schreef er een reportage in romanvorm over de gebeurtenissen van 17.6.1953, toen een golf van stakingen tot het invoeren van de staat van beleg leidde.
Zijn manuscript kon echter pas in 1974 uitgegeven worden in de BRD, onder de titel Fünf Tage in Juni. Ook andere werken van hem uit deze jaren verschenen in de BRD: de biografische roman Lasalle (1969), de vertelling Die Schmähschrift (1970), de parabel over het misbruik van macht Der König David Bericht (1972) en de roman over de verdringing van het stalinistische verleden van de DDR, Collin (1979). In 1979 werd Heym uit de Oostduitse schrijversbond gestoten. Werken: Hostages (1942), The crusaders (1948), Goldsborough (1954). Die Augen der Vernunft (1955), Der Fall Glasenapp (1959), Schatten und Licht (1965), Lenz oder die Freiheit (1965). In 1981 verscheen zijn roman Ahasver, in 1983 gevolgd door Schwarzenberg.
