(vm. Goudkust), republiek aan de westkust van Afrika, begrensd door de Golf van Guinea, Ivoorkust, Bourkina Fasso en Togo, 238 540 km2, 12,06 mln. inw. Hoofdstad: Accra.
POLITIEK
De in sept. 1979 gekozen president Limann slaagde er niet in de algemeen verbreide corruptie tegen te gaan. Met een inflatie van 101 % zonk Ghana nog dieper weg in een economisch moeras. Er werd meer cacao het land uitgesmokkeld dan er via legale wegen werd geëxporteerd. Bovendien zakte de prijs van dit belangrijkste uitvoerprodukt op de wereldmarkt. De hele Ghanese gezondheidszorg en het onderwijs stortten geleidelijk in elkaar. Met het IMF kon geen overeenkomst worden bereikt. Bovendien kwamen er in 1981 in het noorden van het land bloedige stammentwisten voor en kwam het tot spanningen met het buurland Ivoorkust n.a.v. de dood van ca. 50 Ghanezen die van smokkel waren verdacht; ze waren in te enge politiecellen om het leven gekomen.
Op 31.12.1981 kon luchtmachtkapitein Jerry Rawlings, dank zij de steun die hij bij het leger nog genoot, een tweede coup plegen. Hij kwam aan het hoofd van een Voorlopige Nationale Defensieraad, die meteen drastische maatregelen nam tegen de corruptie en de hoge marktprijzen voor basisvoedsel. Tot een heksenjacht kwam het niet en gevangenen werden al na korte tijd weer op vrije voeten gesteld. Begin 1982 kreeg Rawlings steun vanuit Libië in de vorm van voedsel en 500000 gratis vaten olie.
Ook onder het regime van Rawlings bleef de economische situatie van het land slecht, deels ten gevolge van de wereldrecessie. In jan. 1983 verergerden de economische moeilijkheden nog doordat Nigeria ca. 800 000 Ghanese gastarbeiders naar hun land terugstuurde. In febr. 1983 werd er een beginselakkoord bereikt met het IMF inzake een economisch herstelprogramma van vier jaar.
In okt. 1983 werd de cedi met 90 % gedevalueerd en op 28.3.1984 nog eens met 14,3 %.
Op 23 mrt. werd de vijfde poging om het regime van Rawlings omver te werpen, verijdeld. De opstandige militairen werden net als bij de vorige mislukte coups al na enkele uren door regeringsgetrouwe troepen gedood of gevangengenomen. Honderden Ghanezen zochten daarop hun toevlucht in de buurlanden van Ghana.
LITT. F.N.M.Hulsbosch, Ghana (1982).
