Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Fokker, nv koninklijke nederlandse vliegtuigfabrieken

betekenis & definitie

Ned. vliegtuigbouwindustrie.

Op 11.2.1980 werd de fusie tussen Fokker en VFW ontbonden. Dit was een gevolg van de door de BRD nagestreefde herstructurering van de Westduitse lucht- en ruimtevaartindustrie, die een samensmelting van Messerschmitt-Bölkow-Blohm GmbH en VFW tot doel had. Fokker trad daarna weer op als een zelfstandige maatschappij. Alle aandacht werd gewijd aan het nieuwe ontwerp de F 29, een straalverkeersvliegtuig voor 140-160 passagiers. Dit ontwerp was reeds in een vergevorderd stadium toen Fokker in mei 1981 een overeenkomst sloot op 50 %-basis met het Amerikaanse McDonnell-Douglas-concern om gezamenlijk een passagierstoestel te bouwen voor de middellange afstand, waarbij de F 29 als uitgangspunt zou dienen. Het te bouwen vliegtuig kreeg de benaming MDF-100.

Op 5.2.1982 werd dit samenwerkingsverdrag weer ontbonden. De toen heersende marktsituatie met een verminderde vraag naar vliegtuigen werd als oorzaak genoemd. Eind 1983 werden twee nieuwe programma’s aangekondigd, nl. de Fokker 50, een propjetvliegtuig voor 50 passagiers als opvolger van de F-27, en de Fokker 100, een straalverkeersvliegtuig voor 100 passagiers voorzien van de modernste technologie. Behalve vliegtuigen bouwt Fokker ook componenten voor o.a. Airbus, Shorts, General Dynamic (F 16), European Space Agency (o.a. de communicatiesatelliet Unisat), het IRAS-project en de Arianeraket. Omzet 1983: f 1534 mln.

Omzetverdeling naar sector: nieuwbouw civiele vliegtuigen 69 %, nieuwbouw militaire vliegtuigen 11 %, reparatie en revisie 10 %, ruimtevaart 5 %. Aandelenkapitaal ultimo 1983: f 28 mln. (in juli 1984 vond een nieuwe emissie plaats van f 7 mln. nominaal), eigen vermogen f 138 mln. Nettowinst 1983: f 18,2 mln. Aantal personeelsleden ultimo 1984: 9000.