Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Film noir

betekenis & definitie

Filmgenre dat wordt gekenmerkt door cynisme en pessimisme. De term film noir werd door Franse filmcritici bedacht om een type Amerikaanse film mee aan te duiden, dat zich moeilijk laat definiëren, maar waarvan de hoofdingrediënten de volgende zijn.

Het pessimistische verhaal speelt zich af aan de zelfkant van de samenleving, vaak de onderwereld. Hoofdrollen zijn weggelegd voor een ontgoochelde en/of cynische man en een genadeloze vrouw, die beiden zijn betrokken bij een misdaad. Deze leidt vrijwel altijd tot een gewelddadige dood.De film noir is eigenlijk een oud genre. Het gaat om een mengeling van het Duitse expressionisme uit de jaren twintig en de Amerikaanse gangsterfilm uit datzelfde decennium. De altijd in zwart/ wit opgenomen film noir had tevens trekjes van de Amerikaanse hard-boiled detectives en pulpboeken (b.v. die van D.Hammett en R.Chandler) en speelde zich af in de VS van na 1945—55.

De opkomst van de film noir viel samen met de periode dat men in de VS moest overschakelen van ‘oorlogs’ economie naar ‘gewone’ economie. De sociale onrust die daarmee gepaard ging, had invloed op vele delen in de samenleving. Stakingen b.v. hadden tot gevolg dat de vakbonden hun invloed ook in Hollywood versterkten. De filmmaatschappijen kozen op hun beurt als tegenmaatregel voor een beperking van het aantal produkties en voor verlaging van hun kosten per film. Dit laatste bereikte men o.a. door B-film-regisseurs (o.a. uit Europa gevluchte vakmensen) of bijna-afgeschreven A-film-regisseurs aan te trekken. Beide groeperingen streefden ernaar met minimale middelen te laten zien dat zij artistiek gesproken (nog) wat in hun mars hadden. In de geschiedenis van de film wordt het film-noir-tijdperk als een artistiek hoogtepunt beschouwd.

De film noir werd vooral bepaald door de betrokken filmregisseurs; dit genre kan dus worden beschouwd als auteursfilm. Als onbetwiste meester geldt Joseph H.Lewis, maker van films als Gun crazy (1950) en The big combo (1955). Andere regisseurs in dit genre waren Fritz Lang (The woman in the window, 1944, The blue gardenia, 1953), John Huston (The Maltese falcon, 1941, Key Largo, 1948), Robert Siodmak (Cry of the city, 1948), Billy Wilder (Sunset Boulevard, 1950), Michael Curtiz (Casablanca, 1942, Mildred Pierce, 1945) en Jules Dassin (The naked city, 1948). Spelers die vaak in dit soort films optraden waren Humphrey Bogart, Barbara Stanwick en Edward G.Robinson.

De belangstelling voor de film noir is nooit helemaal weggeweest. Dat blijkt uit het feit dat regisseurs als Don Siegel (Madigan, 1968, Dirty Harry, 1971), Robert Altman (The long goodbye, 1973), Roman Polanski (Chinatown, 1974) en Robert Benton (The late show, 1977) deze vorm hebben gebruikt. Vanaf de jaren zeventig nam de interesse bij het publiek opnieuw snel toe, wat o.a. bleek tijdens vele filmfestivals (Amsterdam, 1984).

LITT. R.Borde en E.Chanmeton, Panorama du film noir Américain (1956); A.Silver en E.Ward, Film noir, American style (1984).