Eigenlijk: Adrianus Marinus Kyvon, Ned. kleinkunstenaar, *21.1.1947 Rotterdam. Van Duin won in 1964 de televisie-talentenjacht Nieuwe oogst en ging als gast optreden in shows van o.a.
Willeke Alberti, De Mounties en Rudi Carrell. Van 1968-69 werkte hij bij de revue van René Sleeswijk en in 1970 begon hij met eigen shows, samen met Frans van Dusschoten en (later) Corrie van Gorp. In dezelfde periode begon hij ook met al gauw heel populaire radioprogramma’s als de Dikvoormekaarshow. Zijn komisch talent zorgde in de jaren zeventig en tachtig voor volle zalen bij revues als Dag heerlijke lach, André van Duins pretmachine, Lach om het leven en André van Duins tele-theater. Heel bekend werden zijn typetjes Ome Joop, Willempie, Flip Fluitketel en de mannelijke helft van het echtpaar De Bok. Van Duin trad ook veel voor de televisie op, niet alleen in shows en amusementsprogramma’s als Hotel de Botel (1976-77) en André's comedy parade (1982-83) maar ook in musicals als Het meisje met de blauwe hoed (1972—73) en Boem boem (1981-82). Ook zijn hitsingles werden populair. Hiertoe behoren: We dansen de samba, 'k Heb hele grote bloemkolen!, Er staat een paard op de gang en De Heidezangers. Voorts speelde hij in de films André van Duins pretfilm (1976) van Robert Kaesen, Ik ben Joep Meloen (1981) van Guus Verstraete jr. en De boezemvriend (1982) van Dimitri Frenkel Frank. Van Duin werd diverse malen onderscheiden, met de Televizierring (1975) en de Gouden Harp (1978).
