[Eng.], m. (-s), groep bij elkaar horende extragalactische stelsels.
(e) Extragalactische sterrenstelsels blijken veelal in groepen van tientallen tot enkele honderden bij elkaar te staan. Zo vormt het Melkwegstelsel samen met de Andromedanevel, de Magellaanse wolken en nog enige dwergmelkwegstelsels de zgn. Lokale Groep. Een andere bekende cluster is de Virgo-cluster in het sterrenbeeld Maagd (Virgo) waartoe o.a. het elliptische stelsel M 87 (de radiobron Virgo A) behoort.
Het is gebleken dat de stelsels binnen een cluster met tamelijk grote snelheden ten opzichte van elkaar bewegen. Toch vormen de clusters een dynamisch stabiel systeem. Die conclusie dringt zich op gezien het grote aantal clusters dat is waargenomen; zij moeten dus een lange levensduur hebben. Als men de massa’s van de afzonderlijke sterrenstelsels in een cluster optelt, verkrijgt men een veel te kleine waarde om de dynamische stabiliteit te bewerkstelligen. Dit vormt een van de aanwijzingen dat er in het heelal grote hoeveelheden ‘onzichtbare massa’ moeten zijn (Zie extragalactische stelsels, Melkwegstelsel). Over de aard van deze onzichtbare massa bestaat weinig duidelijkheid.
De clusters vormen niet de grootste structuren in het heelal. De clusters zijn nl. weer gegroepeerd tot zgn. superclusters. Zo maakt de Lokale Groep samen met de Virgo-cluster deel uit van de zgn. Virgo-supercluster.