Amerikaans automobielconcern.
Wegens de wereldwijde recessie, de concurrentie uit Japan en de stijgende brandstofprijzen, die de koper deden uitzien naar kleinere wagens, raakte de onderneming aan het eind van de jaren zeventig in grote moeilijkheden. In 1979 werd een verlies geleden van $ 200 mln. en de produktie daalde met 26 %. In hetzelfde jaar werden de Europese bedrijven Simca, Sunbeam en Barreiros van de hand gedaan. Zij werden door de groep Citroën-Peugeot onder de naam Talbot overgenomen. In 1980 kon de onderneming slechts ternauwernood van het faillissement gered worden dank zij tussenkomst van de Amerikaanse overheid, die zich voor $ 1,5 mrd. garant stelde. In 1981 gaf de overheid onder strenge voorwaarden nog eens $ 400 mln. steun.
In 1982 kwam een kentering ten goede: Chrysler loste alle bankschulden af en maakte zelfs nog een bescheiden winst. In 1983 stegen de winsten fors, zodat weer investeringen voor de ontwikkeling van nieuwe modellen konden worden gedaan.
