Ned. politieke partij.
Vanaf het begin bestonden binnen het CDA spanningen over de koers van de partij en over de verhouding met regeringspartner VVD. Vooral uit de vm. ARP afkomstige CDA-leden, georganiseerd in de werkgroep ‘Niet bij brood alleen’, kritiseerden de koers van partij en kabinet als te behoudend en onvoldoende evangelisch geïnspireerd. De groep werd in 1981 echter opgeheven. Een deel verliet de partij en ging later tot de oprichters van de EVP behoren. Een ander deel bleef actief binnen het CDA en vormde het zgn.
Christen-Democratisch Beraad. Daarmee was de onrust echter niet weggenomen. Een groep parlementariërs bleef zich kritisch opstellen, m.n. inzake het sociaal-economisch beleid en de kwestie van de kernraketten. Twee leden van de groep, J.N.Scholten en S.Dijkman, verlieten het CDA in 1984 en vormden een eigen fractie.
Bij de Kamerverkiezingen van mei 1981 verloor het CDA een zetel. De neergaande lijn zette zich voort bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en gemeenteraden van 1982. Bij de vervroegde Kamerverkiezingen van 8.9.1982 verloor de partij opnieuw, ditmaal drie zetels (van 48 naar 45). Ondanks deze nederlaag zou lijsttrekker Van Agt opnieuw premier worden. Nog tijdens de formatie trok hij zich echter terug; hij werd opgevolgd door R.Lubbers. De Europese verkiezingen van juni 1984 gaven een licht herstel te zien vergeleken met de Kamerverkiezingen van twee jaar eerder, maar vergeleken met de Europese verkiezingen van 1979 was er een verlies van ca. 5,5 %. De partij kreeg acht zetels (was tien).
