Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Christelijke volkspartij (cvp)

betekenis & definitie

Belg. politieke partij.

Begin 1980 brachten de communautaire spanningen ook tegenstellingen binnen de CVP aan het licht. Het ging daarbij m.n. om de garanties die de Brusselse Vlamingen in de nieuwe staatsstructuur zouden krijgen. De partij achtte de regeringswaarborgen op dit punt bij herhaling onvoldoende, en de verhouding tussen partijvoorzitter L.Tindemans en (CVP-)premier Martens werd dan ook steeds slechter. Ook Martens’ sociale beleid

kwam in de partij onder vuur. Dat leidde in de loop van 1981 tot steeds grotere tegenstellingen tussen de werkgevers- en de vakbondsvleugel. Er gingen stemmen op om de verhouding tussen ACW en CVP te herzien, en de Centrale van Metaalbewerkers bepleitte zelfs de oprichting van een eigen christelijke arbeiderspartij. De communautaire spanningen leidden ook tot tegenstelling tussen de CVP en haar Waalse zusterorganisatie PSC. O.a. inzake de regionalisering van de vijf nationale economische sectoren, de staalkwestie en de kwestie-Komen stonden beide partijen scherp tegenover elkaar.

Bij de parlementsverkiezingen van 8.11.1981 leed de CVP een zware nederlaag. De partij viel in de Kamer terug van 57 naar 43 zetels, en in de Senaat van 51 naar 40. Daaruit vloeide voort dat de CVP niet de gehoopte meerderheid kreeg in de Vlaamse Raad en de Vlaamse executieve. In een poging de kiezersgunst te herwinnen verklaarde partijvoorzitter Swaelen, die eind 1981 L.Tindemans was opgevolgd, dat de CVP volledig achter de vredesbeweging stond. Eind 1984 bepleitte de partij zelfs uitstel van plaatsing van de kruisraketten. Maar bij de gemeenteraadsverkiezingen van 10.10.1982 leed de partij opnieuw een nederlaag.

Het feit dat bij deze verkiezingen de Waalse activist José Happart tot burgemeester van het Vlaamse Voeren werd gekozen, leidde tot nieuwe conflicten met de PSC. Bij de Europese verkiezingen van juni 1984 bleek de CVP-aanhang vergeleken met de parlementsverkiezingen ongeveer geconsolideerd. Vergeleken met de Europese verkiezingen van 1979 was er echter opnieuw sprake van een groot verlies. De partij verloor bijna 16 % van de stemmen, d.w.z. drie van de zeven zetels.