Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Cardiotocografïe (ctg)

betekenis & definitie

v., onderzoekmethode tijdens de zwangerschap, waarbij tijdelijk de hartslag van het kind en de weeënacfiviteit van de baarmoeder worden geregistreerd.

(e) De vrouw krijgt twee banden om de buik, waarmee twee apparaatjes op de buikwand worden gedrukt. Het ene apparaatje vangt door middel van geluidsgolven de hartslag van het kind op, het andere registreert drukveranderingen en meet zo de kracht van de weeën. Beide apparaatjes zijn verbonden met een schrijftoestel. Daaruit komt een strook papier, waarop hartslag en weeënactiviteit in de vorm van twee grafieken zijn af te lezen (het cardiotocogram).

Na het breken van de vliezen gaat men soms over tot inwendige meting. Dan worden een elektrode en een catheter door de vagina in de baarmoeder geschoven. De elektrode meet de hartslag via het hoofdje van de baby, de catheter ligt naast de baby en meet de weeën. Tijdens de bevalling maakt men b.v. een cardiotocogram als er weeënstimulerende middelen worden toegediend, als de bevalling te vroeg of te laat komt of erg lang duurt, als er complicaties zijn waardoor het kind misschien niet helemaal gezond is. Maar ook als de bevalling nog niet wordt verwacht, kan er reden zijn voor een cardiotocogram, b.v. bij bloedverlies of na een ongeval of bij groeiachterstand van het kind.