Surinaams schrijver, *7.5.1948 Paramaribo. Cairo debuteerde in 1967 met de in het Sranan Tongo geschreven novelle Temekoe (Kopzorg).
Nadien schreef hij gedichten en toneelstukken in het Sranan Tongo, terwijl hij voor zijn romans en zijn krantecolumns consequent het Surinaams-Nederlands gebruikt, met typisch eigen varianten. In zijn toneelstukken grijpt Cairo terug op oude, in vergetelheid geraakte creoolse zang en dansspelen. Zijn romans behandelen het slavenverleden, de ontreddering van de ontheemde Surinamer, de aantrekkingskracht van het land van herkomst, de behoefte aan de magische rituelen van de winti (de Afro-Surinaamse godsdienst). Werken: romans: Famirnán-sani/Collectieve schuld (1976), Je je disi/Karakters krachten (1980, Dat vuur der grote drama’s (1982); poëzie: Lelu! Lelu!/Het lied der vervreemding (1984; verz. ged.); verz. columns: Ik ga dood om jullie hoofd (1980), Als je hoofd is geboord (1981).
