Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Benoist, jean-marie

betekenis & definitie

Frans filosoof, *4.4.1942 Parijs. Benoist studeerde filosofie aan de École normale supérieure te Parijs en werd in 1974 verbonden aan het Collége de France.

Benoist wordt wel gerekend tot de ‘nouveaux philosophes’, de groep van Franse filosofen die in de jaren zeventig als gedesillusioneerde marxisten naar voren kwamen. Hij beoogt de afbraak van het totaliteitsdenken in de metafysica en in ieder rationalistisch eenheidsstreven door structureel-semiotische analysen. Hij paste dat voor het eerst toe op het marxisme in Marx est mort (1970) en vervolgens op de oorsprong van het totalitaire bij Platoon in Tyrannie du logos (1975), waarin hij opkomt voor de leer van de sofisten en voor Herakleitos’ wereldbeeld. La révolution structurale (1975) past dit toe op de nieuwe tijd. Als politiek denker opteert Benoist in Pavane pour une Europe défunte (1976) en Le devoir de l’opposition (1982) merkwaardig genoeg voor een herstel van het koningschap der Orléans.