(République Populaire du Benin), volksrepubliek in West-Afrika, 113 048 km2, 3 640 000 inw. Hoofdstad.
Porto Novo. Tot 1975 heette het Dahomey; vroeger bekend als Slavenkust.POLITIEK
Na de mislukte staatsgreep van 1975 volgden heftige manifestaties, die hard onderdrukt werden. In dec. van dat jaar werd de Revolutionaire Volkspartij van Benin (PRPB) opgericht en werd de oude naam Dahomey vervangen door die van Volksrepubliek Benin. In 1977 vond er een kleinschalige invasie van huurlingen plaats; de ware toedracht en de bedoeling van deze actie bleven onbekend. In nov. 1979 werden verkiezingen gehouden voor de Revolutionaire Nationale Vergadering (het parlement), die 336 volkscommissarissen telt. Volgens de nieuwe marxistisch-leninistische grondwet kiest de Revolutionaire Vergadering het staatshoofd. President Kerekou bekeerde zich tijdens een bezoek aan Libië officieel tot de islam.
Op 17.2.1982 ontving hij niettemin paus Johannes Paulus ii, die op reis was naar vier Afrikaanse landen. De paus sprak er zijn voldoening uit over de grotere bewegingsvrijheid voor de katholieke kerk in Benin, die er 12 % van de bevolking vertegenwoordigt.
In 1982 begonnen olieboringen vóór de kust. Benin is een belangrijk doorvoerland voor Nigeria. Er waren spanningen in verband met smokkel tussen beide landen en vooral in het voorjaar van 1983 begon Benin de gevolgen te ondervinden van de als gevolg van de dalende olieprijzen sterk verzwakkende Nigeriaanse economie. Op 18.2.1984 besloot de Revolutionaire Nationale Vergadering het mandaat van het in nov. 1979 gekozen parlement te verlengen van drie tot vijf jaar en het aantal volkscommissarissen te beperken van 336 tot 196. Ook de ambtstermijn van de president werd van drie tot vijf jaar verlengd. De wijzigingen hadden ten doel ‘de constitutionele continuïteit en een grotere efficiency bij het functioneren van het politieke systeem van Benin te garanderen’.
Op 31.7.1984 werd Kerekou door het parlement als president herkozen. De volgende dag verleende hij amnestie aan bijna alle politieke gevangenen, o.m. aan oud-president Alphonse Alley.
