Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Bangla desj

betekenis & definitie

(People’s Republic of Bangladesh), republiek in Zuid-Azië, 142776 km2, 89,66 mln. inw. Hoofdstad: Dhaka (nieuwe spelling van kracht sinds 1979).

ECONOMIE

Bangla Desj is de dichtstbevolkte staat ter wereld (op de miniatuurstaten na). Het is ook de armste staat ter wereld met een jaarlijks inkomen per hoofd van de bevolking van $ 124 (1981). De bevolking neemt elk jaar met 3 % toe. Iets meer dan 30 % van de bevolking behoort tot de beroepsbevolking. 83,8 % van hen werkt in de agrarische sector. De landbouw beslaat 68 % van de oppervlakte van het land. De belangrijkste produkten zijn rijst (13 mln. t), rietsuiker (7 mln. t), tarwe (1,1 mln. t) en jute (868000 t).

Belangrijk zijn verder bananen, ananas, tabak en thee. Jute is met 18 % van de export het belangrijkste uitvoerprodukt. De betrekkingen met Pakistan zijn verbeterd; dit land importeert zelfs thee en jute uit Bangla Desj. Ondanks alle inspanningen op het gebied van de landbouw moet Bangla Desj nog veel voedsel invoeren: 2,2 mln. t tarwe en 719000 t rijst. Het land vertoont daardoor een buitengewoon groot tekort op de handels- en de betalingsbalans.

POLITIEK

Nadat de staat van beleg in april 1979 was opgeheven, kon de oppositie zich heftiger uiten. President Ziaur Rahman werd verweten dictatoriaal op te treden. In april 1980 reorganiseerde hij zijn kabinet door daarin een aantal vertrouwde mensen op te nemen, maar de politieke en sociale onrust namen daardoor niet af. Er vonden talrijke stakingen en demonstraties plaats. Terwijl de oppositiepartijen, nl. de pro-Indiase Awamiliga en de Nationale Socialistische Partij (JSD), de parlementszittingen boycotten om hun eis tot versterking van de bevoegdheden van het parlement kracht bij te zetten, nam ook binnen de regerende Bangladesh National Party (BNP) de oppositie tegen de president steeds grotere vormen aan.

Bij een muiterij in Chittagong, op aanstichten van generaal Manzur Ahmed, werd Ziaur Rahman op 30.5.1981 vermoord. Voorzover er sprake was van een poging tot een staatsgreep, was dit een mislukking doordat de bevelhebbers van het leger en de marine vice-president Abdus Sattar steunden. Op 15.11.1981 werd hij, als kandidaat van de BNP, met ruim 65 % van de uitgebrachte stemmen tot president gekozen. Hij miste echter de sterke persoonlijkheid van Ziaur Rahman, waardoor binnen de BNP krachten vrijkwamen die om de macht streden en die een voortdurende bedreiging vormden voor de politieke stabiliteit.

Om aan de bestuurlijke zwakte een eind te maken trok op 24.3.1982 de legerbevelhebber Hussain Mohammed Ershad de macht aan zich. Hij vormde een nieuw kabinet, benoemde Abdul Chowdhuri tot president, kondigde de staat van beleg af en beloofde dat na twee jaar opnieuw een democratische regeringsvorm zou worden ingevoerd, maar dat eerst enkele hervormingen moesten worden ingevoerd. Die hervormingen hielden een decentralisatie van het bestuur in, maar ook een amendering van de grondwet om de bestuursverantwoordelijkheid van het leger constitutioneel vast te leggen. In de weken na de staatsgreep voerde het nieuwe bewind een felle campagne tegen de corruptie. Meer dan 1000 mensen werden gearresteerd en velen van hen ook veroordeeld, onder wie drie voormalige vice-premiers en elf ex-ministers. Het economische beleid behelsde o.a. een omvangrijke denationalisatie van de industrie en een vermindering van de subsidies op eerste levensbehoeften. In dec. 1982 werd de islam tot staatsgodsdienst verklaard en de studie van het Arabisch werd in het onderwijs verplicht.

De islamiseringscampagne leidde vooral tot onrust aan de universiteiten. Het verzet bereikte een hoogtepunt in febr. 1983, toen bij enkele dagen durende studentendemonstraties in Dhaka diverse doden vielen. In juli van dat jaar werden voor mrt. 1985 parlementsverkiezingen in het vooruitzicht gesteld. Generaal Ershad maakte echter wél duidelijk dat de militairen ook in de toekomstige burgerlijke staat een rol zouden blijven spelen.

In okt. 1982 bracht Ershad een bezoek aan India. De gespannen verhouding tussen Bangla Desj en India werd daardoor merkbaar verbeterd. Beide landen sloten o.a. akkoorden over uitbreiding van de wederzijdse handel en over de verdeling van het Gangeswater. Verdere besprekingen inzake een territoriaal conflict over een eiland in de Golf van Bengalen werden in het vooruitzicht gesteld. Eind 1983 maakte India bekend op korte termijn te zullen beginnen met de aanleg van een afrastering van prikkeldraad langs zijn grens met Bangla Desj om de toevloed van illegale immigranten uit dit land naar Assam tegen te gaan. Begin april 1984 gaf de Indiase minister van Binnenlandse Zaken hierover nadere bijzonderheden.

Er was al geld gereserveerd voor de aanleg van de eerste 60 mijl. De regering van Bangla Desj diende onmiddellijk een protest in bij de Indiase regering. Op 20 en 24 april vonden aan de grens schotenwisselingen plaats waarbij een aantal slachtoffers viel. Beide landen beschuldigden elkaar ervan het vuur te hebben geopend.