Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Bär, ronald

betekenis & definitie

Ned. rooms-katholiek geestelijke, *29.7.1928 Menado (Celebes). Bär, die afkomstig was uit een praktiserend hervormd milieu, bracht zijn jeugd door in vm.

Ned.-Indië en de oorlogsjaren in Japanse interneringskampen. Zijn ervaringen daar oefenden grote invloed uit op zijn latere maatschappelijke opvattingen. Bär studeerde aan de protestantse theologische faculteit te Utrecht. In 1953 ging hij over tot de Rooms-Katholieke Kerk. In 1954 trad Bär in bij de benedictijnen, in de abdij van Chèvetogne (België). Hij studeerde daarna filosofie in Rome en theologie aan het Institut catholique te Parijs.

In 1959 werd hij priester gewijd. In 1965 werd hij aalmoezenier, in 1972 hoofdaalmoezenier bij de Koninklijke Luchtmacht. In 1975 werd Bär benoemd tot vicaris-generaal van de bisschop van Rotterdam. In 1982 werd hij hulpbisschop van Rotterdam en tevens legerbisschop (als opvolger van B.J.Alfrink). Toen in 1983 A.Simonis door de paus werd benoemd tot bisschop-coadjutor van Utrecht, volgde de benoeming van Bär tot bisschop van Rotterdam.