Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Z

betekenis & definitie

Z - de laatste letter van ons — de 7de van het Phoenicische — alphabet, daarin zain geheeten en door de Grieken overgenomen. Dezen noemden haar zêta en spraken haar uit als dz. De Romeinen namen de z weder van de Grieken over en plaatsten die aan ’t einde van hun alphabet.

Als cijfer bet. z in het Hebreeuwsch 90, in het Grieksch, als het accentteeken rechts boven staat, 7 — als het links onderaan staat, 7000. Afkortingen: Z. = Zuid; Z.B.

= Zuiderbreedte; Z. E. of Z. Ed. = Zijne Edelheid; Z. Exc. = Zijne Excellentie; Z. H.

= Zijne Hoogheid; z. i. = zijns inziens ; Z. K. H. = Zijne Koninklijke of Keizerlijke Hoogheid;

Z. M. = Zijne Majesteit; Z.O. = Zuidoosten; z. o. = zie ommezijde; Z.W. = Zuidwesten;
Z.Z.O. = Zuidzuidoosten; Z.Z.W. = Zuidzuidwesten.