Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Voorwaardelijke invrijheidstelling

betekenis & definitie

Voorwaardelijke invrijheidstelling - De tot gevangenisstraf veroordeelde kan, wanneer twee derden van zijn werkelijken straftijd en tevens ten minste 9 maanden daarvan zijn verstreken, voorwaardel. in vrijheid worden gesteld. Daarbij wordt tevens een proeftijd voor den veroordeelde bepaald en worden voorwaarden gesteld, waaraan deze gedurende den proeftijd zal moeten voldoen. De proeftijd duurt een jaar, tenzij het overblijvende gedeelte van den werkel. straftijd langer duurt, in welk geval hij even lang is als dat gedeelte (art. 15 Sr.). Aan de voorw. invrijh.st. wordt als algemeene voorwaarde verbonden, dat de veroordeelde geen strafb. feit zal begaan, noch zich op andere wijze zal misdragen. Bovendien kunnen bijzondere voorw. worden gesteld, het gedrag van den veroordeelde betreffende, mits zij zijn godsdienstige of staatkundige vrijheid niet beperken.

Met het toezicht op de naleving der voorwaarden is steeds het openb. ministerie belast. Bovendien kan daarvoor een bijzonder toezicht in het leven worden geroepen. Dit moet uitsluitend gericht zijn op het verleenen van hulp en steun aan den veroordeelde (artt. 15a en 17 Sr.). Gedurende den proeftijd kan in de gestelde bijz. voorw. wijziging worden gebracht of het bijz. toezicht aan een ander dan eerst was bepaald worden opgedragen. Aan den voorw. i. vr. gestelde wordt een verlofpas uitgereikt, waarin alle hem gestelde voorw. zijn uitgedrukt (art. 15a Sr.). De voorw. i.vr.st. is gedurende den proeftijd te allen tijde herroepbaar, ingeval de veroordeelde in strijd handelt met de in zijn verlofpas uitgedrukte voorw. (art. 15b Sr.). Zijn aanhouding kan in het belang der openb. orde worden bevolen (art. 16 St.). Verdere regeling der voorw. invrijh.st. is gegeven bij K. B. van 13 Dec. 1915, Stb. 505. — Zie ook RECLASSEERING.