Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vervenen

betekenis & definitie

Vervenen - is het afgraven van veengrond voor de fabricatie van turf. Reeds zeer vroeg bestonden er in de verschillende gewesten bepalingen en voorschriften, welke bij de vergraving van lage venen in acht moesten worden genomen, ten einde landvernieling te voorkomen. Het vervenen van hooge venen met hun hooggelegen ondergrond werd hierbij vrij gelaten. Om meerdere eenheid in deze gewestelijke voorschriften te brengen werd bij Kon.

Besluit van 17 Febr. 1819, Staatsbl. no. 6, bepaald, dat voor vervening van hooge en lage venen ’s Konings toestemming werd geëischt; het toezicht is opgedragen volgens de Grondwet aan de Staten der Provincie. Naar aanleiding van het genoemde K. B. hebben de meeste Provinciën provinciale verordeningen gemaakt, grootendeels betrekking hebbende op do lage verveningen, waarbij gevorderd werd het storten van gelden (afkoop-, waarborg-, last-, slik- of turfgelden) ter voorziening in de kosten van het inpolderen en in cultuur brengen der na de vervening achtergebleven gronden of plassen. Eerst in 1895 kwam een Wet tot stand, welke alle verveningen, zoowel hooge als lage regelde. Art. 1 bepaalde : Aan de Staten der provinciën behoort het vaststellen, onder onze goedkeuring, van de noodige voorschriften omtrent hooge en lage verveningen met inachtneming der regels hierna gestold. Aan dit artikel is in Groningen, Friesland, Drenthe, Overijsel, Utrecht, Noord- en Zuid-Holland voldaan.

Behalve de lage verveningen werden hierbij in Groningen (1902) en Drenthe (1900) ook de hooge geregeld,waarbij bepaald werd, dat bij het verturven van hooge venen van de bovenste (bonkaarde-)laag 40 resp. 50 c.M. moest worden achtergelaten, ten einde daaruit na vermenging met zand een goeden dalgrond te kunnen bereiden. Deze bepaling was noodig geworden toen bij de opkomst der turfstrooiselindustrie juist deze laag ook dreigde weggevoerd te worden wegens haar geschiktheid voor de fabricatie van turfstrooisel. De prov. Noord-Brabant en Limburg hebben dit nagelaten, zeer ten nadeele van de landbouwkundige toekomst van uitgestrekte verveende terreinen in de Peel.

< >