Verdienste - tegenover Genade, die men ontvangt, geldt dat, wat men vrijwillig, onverplicht, doet en wat dus aanspraak geeft op loon. De Christelijke kerk schrijft aan de v. van Christus groote waarde toe : Voldoening, Verzoening, omdat zijn geheele leven berust op een vrijwillig aanvaarde taak, een offer. Wie hieraan gelooft, eigent zich de v. van Christus, als gave, toe en zijn leven bestaat in dankbaarheid, toewijding, wederliefde. Daarnaast ontwikkelde zich de opvatting, dat de mensch tegenover God in zekere dienstbetrekking staat en door zekere niet verplichte goede werken te doen of voldoening te geven, God tot schuldenaar kan maken.
Hij verdient dus iets. Hij, die zekere voorbereidende genade ontvangen heeft, kan zich meerdere z.g. ingestorte genade waardig maken, niet volgens recht, maar volgens zekere gepastheid. Daarna is hij dan zelfs in staat v. te verwerven, die gelijkwaardig zijn met zeker loon. Hij kan zelfs over-verdienstelijke werken doen. Het Prot. heeft deze opvatting verworpen, als tekort doende aan de v. van Christus, en aan de betrekking tusschen God en mensch, die een is van genade en liefde, niet van v. en loon.
