Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Terminus

betekenis & definitie

Terminus - 1) oud-Rom. god der grenzen. In de middencella van den tempel van Iuppiter op het Capitool stond een grenssteen onder open dak als symbool v. Iuppiter als beschermer der grenzen, Iuppiter Terminalis of Terminus. Zijn feest, de Terminalia, op 23 Febr. gevierd, zou door koning Numa zijn ingesteld. Voorts beteekent T. grenspaal, mijlpaal, grens: T. technicus, technische term, vakterm, T. a. quo, de tijd, waarop iets aanvangt, T. ad quem, de tijd, tot welken men rekenen moet, eindtermijn, T. motus, bedriegelijke verplaatsing of vervalsching van de grenzen van landerijen.

2) (grens, grens-steen) in de Logika: het begrip, in zooverre dit als element van het oordeel het een tegenover het andere afperkt. In het bijzonder heeten zoo de drie begrippen, waarop het Syllogisme gebouwd is. (Zie ook CONTRADICTIO). T. technicus, technische term heet 1° een uitdrukking, die uitsluitend aan een kunst of handwerk eigen is, 2° de streng bepaalde, algemeen in de verschillende wetenschappen erkende en gebruikte, veelal aan ’t Grieksch of Latijn ontleende, begrips-woorden.