Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Termen

betekenis & definitie

Termen - onderdeelen van een som; in de rekenkunde: in het algemeen: samenstellende vormen. Zoo zijn de t. eener reeks de afzonderlijke getallen, welke de reeks samenstellen. In de algebra heet een getal, dat niet bestaat uit doelen, welke verbonden zijn door de teekens + of -, een eenterm (b.v. producten, machten, quotiënten, wortels); alle andere getallen heeten veeltermen en worden naar het aantal eentermen, waaruit zij bestaan, nader onderscheiden in tweetermen, drietermen, viertermen, enz. Wordt een veelterm tusschen haakjes geplaatst, dan beteekent dit, dat men hem als een eenterm wil beschouwen.

Wanneer in een eenterm geen quotiënt voorkomt, waarvan de deelen een of meer letterfactoren bevatten, dan noemt men de eenterm geheel, in het tegenovergestelde geval gebroken. Het aantal in een geheelen eenterm voorkomende letterfactoren noemt men den graad van den eenterm. Indien van een veelterm alle termen geheel en van denzelfden graad zijn, dan noemt men zoodanigen veelterm homogeen of gelijkslachtig en hij is dan van denzelfden graad als elk der eentermen. Zijn niet alle eentermen van een veelterm van denzelfden graad, dan wordt deze veelterm heterogeen of ongelijkslachtig genoemd en de graad van den veelterm wordt alsdan bepaald door den eenterm, die den hoogsten graad heeft. Voor t. der schaal van het tientallig stelsel, zie TIENTALLIG STELSEL.