Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tachtigjarige oorlog

betekenis & definitie

Tachtigjarige oorlog - naam, dien men geeft aan die episode uit de geschiedenis van Nederland, waarin de Nederlanders uit de Noordel. gewesten zich bevrijd hebben van het Spaansche gezag en een onafhankelijken staat (de Republiek der Vereenigde Nederlanden) gevormd hebben. Deze periode omvat de jaren 1568— 1648. Als beginpunt wordt dan genomen ’t jaar 1568, daar dan Lodewijk van Nassau, de broer van Willem van Oranje, slag levert bij Heiligerlee tegen Aremberg, den stadhouder der Noordelijke gewesten, terwijl 1648, ’t jaar van den vrede van Munster, waarin de Spaansche regeering definitief de onafhankelijkheid der Noordelijke gewesten erkent, als eindpunt wordt genomen. Feitelijk is de benaming van deze periode onjuist, aangezien in 1572, wanneer verschillende steden in Holland, Zeeland en Gelderland ’t Spaansche juk afschudden, eigenlijk pas de opstand der Nederlanders begint.

In de voorgaande jaren, 1568—1572, was het meer de strijd van een aanzienlijk edelman (Willem van Oranje) tegen de Spaansch-Nederlandsche regeering. Hoewel niet ontkend kan worden, dat religieuse motieven een rol speelden bij den opstand, moet de oorzaak van ’t uitbreken van den opstand gezocht worden in den slechten economischen toestand. Zware lasten drukten op de bevolking, terwijl de prijzen der levensmiddelen stegen (vooral in de jaren 1665 en 1566). Reeds tijdens het bewind van Philips’ voorganger, Karel V, had de slechte toestand de bevolking in een ontevreden stemming gebracht. De vrijmaking van het gebied benoorden de rivieren was in 1698 voltooid. De opstand was hiermede feitelijk beëindigd ; in de volgende jaren verandert de strijd geheel en al van karakter. De T. o. wordt dan een oorlog tegen Spanje, terwijl de Rep. der Ver. Nederlanden zich na 1618 ook mengt in de aangelegenheden van het Duitsche rijk (Dertigjarige oorlog).

Van ’t jaar 1635 af maakt de Republiek deel uit van de combinatie der staten, gevormd door Richelieu tot bestrijding der macht van ’t Habsburgsche Huis. Van een opstand tegen Spanje is eigenlijk dan geen sprake meer, te meer daar bij ’t sluiten van ’t Twaalfjarig bestand de Noordelijke gewesten, welke de Rep. der Ver. Nederlanden vormden, als vrij en onafhankelijk waren erkend (voor de gesch. zie NEDERLAND). — Litt.: a. Bronnen. Hoewel reeds veel is gepubliceerd, zal degene, die de gesch. van den T. o. wil bestudeeren, nog steeds onderzoekingen moeten doen in de verschillende binnen- en buitenlandsche archieven. De economische gesch. van deze periode, van beteekenis, omdat hierin ook valt de ontwikkeling van onzen handel op de Oostindische eilanden, VoorAzië en Oost-Azië, is nog weinig bestudeerd. Belangrijke gegevens bevatten hiervoor de rechterlijke archieven van Haarlem, Amsterdam, Middelburg, Sevilla, Lissabon, voorts nog de archieven van Livorno, Venetië, de Oostzee-steden, Helsingfors, Stockholm, Londen en Parijs, om te zwijgen van de particuliere archieven der hertogen van Alva, enz. — Gepubliceerd is o. a. de correspondentie van Philips II (zie aldaar), Granvelle (zie aldaar), Leicester (zie aldaar), Willem van Oranje (zie aldaar), Oldenbarneveldt (zie aldaar). Een uitgave der Resolutiën van de Staten-Generaal wordt op last der Commissie voor Rijks Gesch. Publicaties bezorgd door Dr.

Japikse. Een gedrukte uitgave der Resoluties van de Staten van Holland bestaat, maar behoeft nadere toelichting uit de vroedschapsresoluties der verschillende steden. — F. Strada, de Bello belgico (loopt tot 1590); G. Bentivoglio, Dell guerre di Fiandra; idem, Relationi; B. de Mendoça, Comentarios; Carners, Historia de las guerras civiles ; Campana, Della guerra fatta per difera de religioni; Conistaggia, Delle guerre della Germania inferiore ; Cornejo, Sumario de las guerras civiles; Lanano, Le guerre di Fiandra; Ulloa, Commentarii della guerra nelli Paesi Bassi; Guistiniano delle Guerre di Fiandra; Coloma, Las guerras de los Estados Baxos; Taxis, Commentarii ; Verdugo, Comentario ; Villalobos y Benarides, Com. de las cosas sucedidas en los Paises Bajos. (Al deze schrijvers behandelen de gesch. van den T. o. tot ± 1609). F. van der Haer, de initiis tumultuum Belgicorum (1587); R. de France, Histoire des causes de la désunia révolte et altération des Pais Bas (ed. Piot 1891); Pontus Pagen, Mémoires; Aitziny, De leone Belgico (1581); F. van Dusseldorp, Annales; Nieolaus Burgundius, Historia Belgica ab anno 1558; P. Bor, Oorspronk, Begin ende Aenvang der Ned. oorlogen (1598); P. van Meteren, Historie der Nederl. ende haerder nabueren oorlogen ; E. v. Reyd, Historie der Nederl. oorlogen; H. de Groot, Annales et historiae de rebus belgicis ; P. C. Hooft, Nederl. Historiën; Winsemius, Cronique ofte hist. geschiedenissen van Friesland ; Aitzema, Saeken van Staet ende Oorloge. — Wat de bronnenpublicaties betreffende de economische gesch. aangaat, moeten genoemd worden: Bronnen tot de gesch. van den Levantschen handel (ed. Heeringa; onvolledig, daar de recht, en not. archieven niet zijn geraadpleegd); Skibsfarttabeller (ed.

Nina Ellinger Bang; verschenen zijn dl. I en II). — b. Schrijvers. Een gesch. van den tijd van den T. o. volgens den stand der moderne geschiedvorsching is nog niet geschreven. Episodes uit dit tijdvak worden behandeld door Prof. R. Fruin (Voorspel van den 80-j. oorl.; Tien jaren van den 80-j. oorl. e. a.

opstellen, opnieuw uitgegeven in zijn verzamelde werken); Bakhuizen van den Brink (Cartons: voor de geschiedenis van den Ned. Vrijheidsoorlog) ; Huybers, Don Juan van Oostenrijk. Grootere deelen van den oorlog behandelde Motley in The rise of the dutch republic, The history of the United Netherlands en The Life and death of Oldenbarneveldt; Nuyens, Gesch. van de Nederl. Beroerten; Rachfahl, Margaretha van Parma; Rachfahl, Wilhelm von Oranien; Marx, Studien zur Geschichte des niederl. Aufstandes. De Cultuurgesch. van Ned. in de 16de en 17de eeuw worden behandeld door Muller, Onze Gouden Eeuw en Busken Huet, ’t Land van Rembrandt. (Zie voorts nog de litt. opgave bij verschillende personen, compagnieën en bij REFORMATIE).