Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stemmenoverschotten

betekenis & definitie

Stemmenoverschotten - In de Evenr. Vertegenwoordiging is het een moeilijk vraagstuk hoe te handelen met de stemmenoverschotten. Volgens de theorie der E. V. moet één zetel worden toegewezen voor het stemmencijfer, dat men krijgt, zoo men het totaal-stemmencijfer deelt door het aantal te bezetten zetels. Het quotiënt dezer deeling, dat men „kiesquotiënt” of „kiesdeeler” noemt, gaat men weder deelen op het totaal-stemmencijfer van elke partij, en zoo dikwijls het daarop begrepen is, zooveel zetels krijgt de partij.

Als bijv. een Gemeenteraad van 7 leden moet gekozen worden, en er totaal zijn uitgebracht 444 st., dan is het kiesq. 62. Zijn nu op een partij 186, dat is 3 maal 62 st. uitgebracht, dan krijgt die partij 3 zetels. In werkelijkheid zullen echter die deelingen bijna nooit zuiver opgaan, maar overschotten geven. Dit noemt men de „st.oversch”. Kunnen nu, — zooals bijna steeds het geval zal zijn, — niet alle zetels met kiesquotiënt worden toegewezen, dan rijst de vraag: hoe moeten die resteerende zetels toegewezen worden? Bij de beantwoording van die vraag spelen in bijna alle zoogenaamde „Lijstenstelsels” die st.oversch. een groote rol, welke echter van tamelijk uiteenloopenden aard is. Bij de E. V. stelsels behoorend tot de groep der „Personenstelsels” vervalt het vraagstuk der st.oversch.

< >