Simon (jules) - Fr. wijsgeer en staatsman, geb. te Lorient 1814, overl. te Parijs 1896, opvolger van Cousin aan de Sorbonne, verloor door zijn weigering van den huldigingseed na Napoleon’s staatsgreep in 1851 zijn professoraat. Voornaamste zijner talrijke geschriften : La religion naturelle (8ste ed. 1883) ; La liberté de Conscience (6de ed. 1883); La liberté (5de ed. 1881); L’ouvrière (9de ed. 1891) ; L'école (11de ed. 1886); Le gouvernement de M. Thiers (2 dln., 1878); La femme du XXme siècle (21ste ed. 1893) ; V Cousin (1887) ; Mignet, Michelet, Henri Martin (1889) ; Mémoires des autres (2 dln. 1880/91) ; Le soir de ma journée (uit zijn nalatenschap, 1901). Het meest bekend is J. S. als staatsman ; in 1848 maakte hij deel uit van de Nat. Verg. als gematigd republikein, kwam in ’63 als lid der oppositie in ’t Wetg.
Lichaam, werd lid van de voorloopige regeering na de Revolutie van 4 Sept. ’70. In de Nat. Verg. ’71 gekozen, was hij ook gematigd republikein ; van ’71—73 had hij de portefeuille van onderwijs onder Thiers, met wien hij aftrad. Toen in ’76 de kamerverkiezing een republ. meerderheid gaf, belastte pres. Mac Mahon hem met de vorming van een kabinet, maar dwong hem het volgend jaar op het drijven der clericalen tot aftreden, omdat S. de inmenging van paus Pius IX in de binnenl. politiek van Frankrijk niet kon dulden. Hij was in ’75 tot senator voor het leven benoemd. In den senaat behoorde hij tot de republikeinen, maar de liberale ministeriën na 1879 vonden bij verschillende ontwerpen in J. S. een tegenstander, met name Ferry bij zijn wetgeving op het lager onderwijs.