Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schatting

betekenis & definitie

Schatting - Meermalen moet in het rechtsverkeer de waarde eener zaak worden vastgesteld. In de eerste plaats bij koop ; de waardeering geschiedt hier in den regel door partijen, maar kan ook door deze aan een derde worden overgelaten (art. 1501 B. W.). Verder wanneer de hoegrootheid eener schade moet worden vastgesteld; voor dit geval worden zaken soms van tevoren gewaardeerd (artt. 448, 1668, 1783 B. W., 274 K.). Ook om tot boedelscheiding te komen moet een waardeering plaats hebben (art. 1123 B. W.), terwijl aan credietverleening tegen onderpand of hypotheek, een waardeering van hetgeen tot zekerheid zal strekken noodwendig moet voorafgaan. Zie voor eenige andere gevallen, waarin taxatie moet plaats hebben artt. 1159, 1537, 1636 B. W. Kunnen belanghebbenden niet omtrent de waarde tot overeenstemming komen, zoo zal de rechter hier moeten beslissen, veelal na voorlichting door deskundigen. Soms zal een waardeeringseed (zie onder EED) worden opgelegd.

Schatting der waarde is ook in belastingzaken telkens noodig. Soms heeft deze ambtshalve plaats (art. 50 wet Personeele bel., artt. 11 en 12 wet Grondbel.), soms wordt de waarde vastgesteld na aangifte door den belastingschuldige (artt. 16 en 20 wet Vermogensbel. ; zie ook art. 7). In beide gevallen staat aan den laatste beroep open. Voor de successiebel. geschiedt de waardeering overeenkomstig de bepalingen van art. 47 der betr. wet in de aangifte (art. 28) van de erfgenamen. De belastingadministratie kan daar echter voor sommige vermogensbestanddeelen van afwijken (art. 60), voor andere kan zij het oordeel van door den rechter te benoemen deskundigen inroepen (art. 62). — Tenslotte schrijven de artt. 447 en 454 B. W. voor de gevallen, waarin de voogd tot verkoop van goederen van den minderjarige overgaat, in diens belang voorafgaande waardeering dier goederen voor. Zie ook OORLOGSSCHATTING.