Roermond - gem. in Limburg, 1066 H.A., deels klei (langs de Roer en Maas), deels zandgrond; met 16.000 inw. Op het platteland leeft de bevolking van landbouw, in de stad van velerlei nijverheid. De gem. bevat, behalve de stad R., de dorpjes ’t Zand en Weert. De stad R. ligt aan de Maas en de Roer en telt 10.000 inw.
Er zijn fabrieken voor wollen en katoenen stoffen, goud- en zilverwerk, kerksieraden, bier, chemicaliën, enz. De stad drijft een drukken handel in granen en manufacturen, vooral sedert de opening der spoorlijnen naar Maastricht, Den Bosch en Nijmegen (1865). Verder heeft het een spoorwegverbinding met Duitschland over Gladbach. Het heeft breede straten en een drietal ruime pleinen : de Markt, het Munsterplein en ’t plein van Mariëngaarde. De vroegere vestingwerken zijn in 1819 geslecht. Over een der beide armen, waarmee de Roer in de Maas mondt, ligt een brug van Namenschen steen, terwijl er een fraaie brug over de Maas ligt (1867). Het mooiste gebouw van R. is de Munsterkerk; het Oostelijk gedeelte bezit een prachtigen, hoogen koepel in zuiver Byzantijnschen stijl, terwijl het Westelijk deel met een toren van later dagteekening is en meer den Gotischen bouwstijl nadert. De bouw der kerk begon in 1218 ; reeds na 6 jaar werd zij door Aartsbisschop Engelbert van Keulen ingewijd.
Zij bevat de graftombe van Graaf Gerhard III van Gelder en zijn gemalin Margaretha. Ook zijn moeder, de abdis Richardis, heeft een gedenkteeken op haar graf. — De Kathedraal of St. Christoffelkerk, is eveneens zeer merkwaardig; de toren was 75 M. hoog, maar is bij den storm van 6 Nov. 1921 op de kerk gestort. Zij bevat schilderijen van Rubens, Bosschaert, van Helmont. Tot de verdere merkwaardige gebouwen behooren: de Herv.
Kerk (vroeger de kapel van ’t Minderbroedersklooster), het Stadhuis en het Tribunaal (voorheen het Bisschoppelijk paleis). Het Bisschoppelijk College is zeer bekend. — Tot in de 13de eeuw was R. slechts een dorp met een kasteel of jachthuis. Door de stichting van ’t Minderbroedersklooster breidde het zich uit, zoodat graaf Otto II de plaats in 1231 met muren omringde en haar allerlei voorrechten verleende. — De stad heeft als vesting een woelig verleden ; enkele historische feiten zijn : het bezetten door het leger van Karel V, 1543 ; de verheffing tot bisschoppelijken zetel, 1559 ; de verovering door de Spanjaarden, 1567, waarna de stad nu eens in de handen der Spanjaarden dan weer in die der Staten was ; zoo nam Frederik Hendrik de vesting in 1632 in, bij welk beleg graaf Ernst Casimir sneuvelde. R. werd bij den vrede van Munster door onze Republiek afgestaan en kwam in 1815 weer bij ons land.
