Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Rijkswerkinrichting

betekenis & definitie

Rijkswerkinrichting - Onze strafwet kent plaatsing in een r.w.i. als bijkomende straf (art. 9) voor een tijd van ten minste 3 maanden en ten hoogste 3 jaren. De straf gaat in op den dag, waarop de hoofdstraf eindigt (art. 32). Zij is slechts mogelijk ten aanzien van bedelaars, landloopers en souteneurs en in geval van veroordeeling wegens kennelijken staat van dronkenschap op den openbaren weg bij derde of volgende herhaling, wegens dronkenschap voor niet langer dan een jaar.

Zij kan alleen worden opgelegd aan personen tot werken in staat (artt. 434 en 453). Wie in een r.w.i. is opgenomen, is tot den hem opgedragen arbeid verplicht krachtens art. 14 in verband met art. 32 Sr. — Volgens art. 8 der Gestichtenwet van 3 Jan. 1884, Stb. 3, laatstel. gew. 7 Dec. 1918, Stb. 793, zijn r.w.i. voor mannen gevestigd te Veenhuizen en Hoorn, voor vrouwen te Gorinchem. — Het beheer der r.w.i. is geregeld bij K. B. van 31 Aug. 1886, Stb. 159, ter uitvoering van art. 22 Sr., laatstel. gew. 21 Juni 1916, Stb. 285. Omtrent de tucht in de r.w.i. zijn regelen gesteld bij artt. 20—23 der Beginselenwet van 14 Apr. 1886, Stb. 65, laatstel. gew. 12 Febr. 1901, Stb. 64, en bij voornoemd K. B. van 31 Aug. 1886, terwijl voor de r.w.i. Veenhuizen 1, 2 en 3 een bijzonder reglement van tucht is vastgesteld bij K. B. van 20 Jan. 1887, Stb. 19.