Rekenlineaal - Rekenwerktuig bestaande uit een sleuf, waarin een slede kan glijden. De binnenrand van de sleuf, die grenst aan den bovenrand van de slede, draagt evenals deze een logarithmische schaal van 1 tot 100 ; de binnenrand van de sleuf, die grenst aan den onderrand van de slede, draagt evenals deze een logarithmische schaal van 1 tot 10. Schuift men de slede zoover uit, dat de 1 van den bovenrand der slede onder de 2 van de bovenste schaal van de sleuf komt, dan vindt men boven elk getal van den bovenrand der slede het dubbele aangewezen op de bovenste schaal van de sleuf.
Op deze wijze vermenigvuldigt men met 2. Stelt men de 1 van de bovenste schaal van de slede onder het getal a van de sleuf, dan vindt men boven b het getal a x b. De getallen b van de bovenste schaal van de sleuf, die recht boven de getallen a van de onderste schaal van de sleuf liggen, zijn van deze de tweede machten: b = a2, omgekeerd is a = ]/b. De rekenlineaal bevat ook nog goniometrische schalen en een schaal voor het aflezen van logarithmen.