Reims - Stad en vesting in het Fr. departement Marne (1911: 115.000 inw.), gelegen in de doorbraak der Vesle door de binnenste der steile heuvelranden, die het Seinebekken aan den O.-kant omgeven ; aan het Marne—Aisnekanaal en kruispunt der spoorwegen van Luxemburg en Mézières naar Parijs en van het Saônegebied naar de havens van Pas de Calais. Ook door een spoorlijn via Verdun met Metz verbonden. De stad, die gedurende den Wereldoorlog gedeeltelijk verwoest is, is vrij regelmatig gebouwd en was rijk aan oude huizen uit de 14de, 15de en 16de eeuwen. Het beroemdste gebouw is de kathedraal Notre Dame, de oude kroningskerk der Fransche koningen, een der prachtigste kerken in den Gotischen stijl der 13de eeuw.
Zij heeft door den brand van 1841, en vooral tengevolge van het bombardement gedurende den Wereldoorlog veel geleden. Er bij vond men het nu verwoeste aartsbisschoppelijke paleis. In ’t N.O. vindt men een laat-Romaansche triumphboog, de Porte de Mars. De oude wallen zijn in boulevards veranderd. R. is de stapelplaats voor Champagnewijnen ; ook textielindustrie. Ned. consulaat.
