Natrekking - (Lat. Accessio), verkrijging van eigendom eener zaak (artt. 639, 643 ; zie ook 556 B. W.), doordat deze met een andere wordt verbonden, waarvan men den eigendom reeds heeft. Da verschillende gevallen, waarbij dat plaats heeft, worden geregeld in artt. 644—664 W. Deze zijn eilandvorming in een rivier (artt. 644, 645), verlegging der bedding eener rivier (art. 647), overwaaiïng van een zeeduin (art. 650), aanspoeling en aanwerping (artt. 651—654), beplanting en bezaaiing van iemands grond (artt. 655—660), het bouwen op eigen grond met materialen van een ander (art. 657) en het bouwen op eens anders grond met eigen materialen (artt. 658, 659). Tenslotte noemt de wet nog minder eigenlijk als natrekking de gevallen van zaakvorming (specificatio, art. 661) en vereeniging of vermenging (commixtio, confusio, artt. 662—664).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk