Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lutma

betekenis & definitie

Lutma - (Johannes), geb. 1588 te Emden, gest. 1669 te Amsterdam. Hollandsch prentkunstenaar maar voornamelijk goudsmid. Uit den vriendenkring van Rembrandt en G. van den Eeckhout. In tegenstelling met het zuivere ornamentale en figurale weldoordachte werk der Vianen’s, verwerkt L. zijn composities in sterken bijna overdreven barokstijl.

Alle lijnen worden bij hem vloeiend weergegeven, de contouren weggewerkt en het z.g. kwabornament en de oorschelp-motieven domineeren in de kunstvoorwerpen, die van zijn hand of ontwerp afkomstig zijn. Het relief wordt tot een levendige massa, waarbij van de glimmende en gevoelige lichtwerking uitermate gunstig partij is getrokken. Een van zijn bekendste werken is de z.g. Tromp Schotel en Kan in het Nederlandsch Museum te Amsterdam. Litt.: Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon; H. Pit, Het goud- en zilverwerk in het Nederl. Mus. te Amsterdam; Carel J. A. Begeer, Inleiding tot de Geschiedenis der Nederl. Edelsmeedkunst (1919).

< >