Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lichthoutsoort

betekenis & definitie

Lichthoutsoort - In verband met de meer of mindere behoefte aan licht, worden de boomsoorten in den boschbouw onderscheiden in lichthoutsoorten of lichtboomen en schaduwverdragende soorten. Deze groepen zijn niet scherp van elkaar gescheiden, terwijl de mate van schaduwverdragen vooral ook afhangt van de gesteldheid van den grond. Op goeden grond verdraagt een boom meer schaduw dan onder minder gunstige omstandigheden.

In ’t algemeen verdragen jonge planten ook meer schaduw dan de oudere boomen. Lichthoutsoorten kunnen niet in de schaduw groeien; zij mogen dus, in tegenstelling van schaduwverdragende soorten, niet voor onderplanting worden gebruikt. Veel licht hebben noodig: larix, den, zeeden, berk, wilg, populier; wat minder: Oostenrijksche en Corsicaansche den, eik, Am. eik, esch, accacia, plataan, iep; eenige schaduw kunnen verdragen: douglasspar, fijn-spar, els, eschdoorn; terwijl zilverspar en andere Abiëssoorten, taxis, tamme kastanje en paardenkastanje, linde, beuk, haagbeuk, vlier, hazelaar, boomsoorten zijn, die nog in vrij dichte schaduw kunnen groeien.

< >