Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kurk

betekenis & definitie

Kurk - is een weefsel, dat aan de oppervlakte van verschillende plantendeelen gevormd wordt, wanneer deze in de dikte beginnen te groeien en daarmee de oorspronkelijk opperhuid wordt afgeworpen. K. ontstaat uit een secundair meristeen), het pheIlogeen,dat door zijn deelingen aan de binnenzijde phelloderm of kurkschors kan doen ontstaan, a. h. w. een voortzetting van de normale primaire schors. Naar buiten toe vormt het phellogeen de eigenlijke kurk, het periderm, uit cellen bestaande, die geen holten tusschen zich open laten en waarvan de wanden in volwassen toestand verkurkt zijn. Die verkurking bestaat in een doortrekking met suberine, een vetachtige verbinding, die dus zeer moeilijk doorlaatbaar is voor water, zoodat het periderm ten slotte dood is evenals alle weefsels, die buiten de kurk mochten liggen.

Door deze eigenschap vormt de kurk een goede beschutting van tal van deelen tegen verdamping. Alleen vindt men hier en daar groepen losse cellen met intercellulaire holten, die eenige gaswisseling mogelijk maken, de lenticellen. Gedurende den winter, wanneer de wateropname door de wortels ten gevolge van de lage temperatuur moeilijk is, staan onze boomen, omhuld door een kurkmantel, beschut tegen verdamping, terwijl de sterk verdampende bladen zijn afgeworpen behalve in die gevallen, waar deze bladen leerachtig zijn en dus ook weinig verdampen. Op lateren leeftijd wordt de oorspronkelijk enkelvoudige kurkhuid dikwijls vervangen door een samengestelde ; dit gebeurt niet bij den beuk, die daaraan de gladde oppervlakte te danken heeft. Waar het wel geschiedt vormt zich een nieuw phellogeen binnen het reeds bestaande, zoodat er ook andere weefsels in de kurk worden opgenomen. Geschiedt dit ringvormig, dan raakt de oude kurk in lange reepen los (Clematis, wingerd); meestal echter sluit het nieuwe phellogeen schubvormig aan het bestaande aan en er ontstaat schubbenkurk, zooals die bij onze meeste boomen te zien is, vooral zeer opvallend, wanneer die schubben spoedig worden afgeworpen, zooals bij den plataan, terwijl zij bij eik, iep, enz. blijven zitten. De technische k. is afkomstig van den kurkeik (Quercus Suber) uit het Westelijke Middellandsche Zeegebied. Fraaie regelmatig gevormde k. verkrijgt men pas, nadat men de eerste spontaan gevormde heeft weggesneden, zoodat er een nieuw phellogeen ontstaat.

In de technische k. zijn de grenzen der jaarringen zeer goed zichtbaar, evenals de lenticellen, die zich voordoen als kanalen met een bruin poeder gevuld. — De kurkeik wordt voor het eerst geschild, als hij 15—20 jaar oud is, daarna alle 8—12 jaar. De beide eerste schillingen leveren een minderwaardig product (mannelijke kurk), de latere voortdurend betere (vrouwelijke k.). Elke schil heeft een dikte van 3 a 5 c.M. De schillen worden gereinigd, 5—6 min. in water gekookt, als platte platen in pakken geperst en verzonden. De geheele oogst vindt plaats in den vroegen zomer en moet bij droog weer geschieden. Het meest is de cultuur ontwikkeld in Spanje, waar ook wettelijke bepalingen de gewinning regelen, daarna in Portugal, de eilanden in de Middell. Zee en in NoordAfrika, vooral de provincie Constantine, waar H.A. met kurkeiken zijn beplant.

In Spanje 225.000 H.A. De k. van de Adriatische kustlanden is zeer minderwaardig, los en brokkelig, de Spaansche meestal zeer goed. Daarvan is de Andalusische licht van kleur en week, de Catalonische donkerder en harder, en meer waard. K. wordt gebezigd voor de vervaardiging van kurken stoppen, voor k.-platen, drijfkurken voor de visscherij, linoleumvulling en diverse kleinere artikelen uit den afval, zooals sluitringctjes e. d. Ook de mondstukken van sigaretten verbruiken groote hoeveelheden. Bij allerlei geperste kurkmeel-artikelen worden dikwijls aanzienlijke hoeveelheden vulstof bijgemengd (schillen, kalkmergel, houtslijp, zaagsel, enz.). Goede kurk is week en elastisch en behoudt deze eigenschap jaren lang. De beste kwaliteit wordt voor champagnekurken gebezigd.