Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jemen

betekenis & definitie

Jemen - Zuidwestelijk landschap van Arabië en prov. van het Turksche Rijk, groot 191.100 K.M.2, met 1.050.000 inw.; een deel van den hoogen gebergterand van het Arabische plateau, die in den Djebel Sabor in het Z. ± 3000, in den Dj. Hadhoer bij Sana ± 4000 M. hoogte bereikt. Door talrijke diep ingesneden dalen met steile wanden is dit gebergte sterk gekloofd. Hier is J. vrij goed begroeid, de rivieren bereiken echter de kust niet, van 800 M. hoogte af is het gebied in de richting van de kust weer naakt en dor.

Tegen de berghellingen valt vrij veel regen, n.l. in het voorjaar en in den nazomer. De droge kuststreek (de Tihamma) is zeer heet; in het bergland daalt de temperatuur soms onder 0° en boven de 3000 Meter zijn de bergen ’s winters met sneeuw bedekt. De bosschen bevatten veel acacia’s en mimosen, hoogerop juniperus. Verbouwd worden koffie (tot 2200 M. hoogte), lager dadels, tamarinden, tabak, suikerriet en indigo; op de hoogvlakten haver en gerst. In de bosschen groeit de myrrhe-boom (Balsamodendron myrrha), de wierook (olibanum), aloë en talrijke gom leverende acacia-soorten. Hoofdplaats is Sana; voornaamste haven Hodeida. J. is het oude Arabia Felix of „Gelukkig Arabië”.