Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Iberisch gebergte of -bronnenland

betekenis & definitie

Iberisch gebergte of -bronnenland - hooge, boogvormige, ± 900 K.M. lange Oostrand van de Spaansche Meseta, die naar de Ebro-vlakte en naar de Middellandsche zeekust trapvormig afdaalt. Hij bestaat uit een grondslag van gevouwen palaeozoïsche lagen, die grootendeels bedekt zijn door horizontaal gelegen mezozoïsche gesteenten. De meeste rivieren van het Iberische schiereiland ontspringen op dit gebergte, van daar de naam „Bronnenland”.

Die naar de Middellandsche Zee gaan, stroomen eerst in breede bekkens aan de binnenzijde om dan in smalle erosiedalen door het gebergte heen te breken en dit in verschillende deelen op te lossen. In het N. is het door de hoogvlakte van Burgos en de ± 1000 M. hooge, uit krijtkalk bestaande Sierra de Oca met het Cantabrisch gebergte verbonden. Dan volgt de door erosiedalen sterk doorsneden Sierra de la Demanda (2305 M.), de Sierra de Urbion (2252 M.) en de S. Cebollera (2176 M.). Het hoogste gedeelte tevens van het geheele gebergte is de uit oude leien bestaande S. de Moncayo (2349 M.). Het kustgebergte tusschen Ebro en Millares (Peña Golosa, 1813 M.), bestaat uit krijtkalk. Tusschen Millares en Guadalaviar verheft zich een door diep ingesneden erosie-cañons woestgevormd tafelbergland van bonte-zandsteen, jura- en krijtkalk. De oppervlakte bestaat uit woeste hoogvlakten (paramera’s) en tafelbergen (muela’s). In de Serrania de Javalamire verheft het zich tot 2020 M., in de Sierra de Cuenca tot 1800 M. De 1610 M. hooge Muela de San Juan is een belangrijk hydrographisch middelpunt, doordat Taag, Guadalaviar, Cabriel en Jucar er op ontspringen. Zuidelijker wordt het gebergte lager en eindigt in de buurt van Kaap la Nao tegen het Andalusische scheidingsgebergte aan. Het I. is ruw en meestal onvruchtbaar, arm aan verkeerswegen en zeer dun bewoond (± 15 per K.M.2).