Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Humus

betekenis & definitie

Humus - Hieronder verstaat men de organische bestanddeelen van den bodem. Humus ontstaat door ontleding van planten en plantendeelen. Bij deze ontleding verliest de organische stof meer waterstof en zuurstof dan koolstof, zoodat de rest een hooger koolstofgehalte heeft dan het oorspronkelijk materiaal. De kleur van den humus is dientengevolge meer of minder donker.

Is de ontleding ver genoeg gevorderd, dan is van de struktuur der planten niets meer te onderkennen. Heeft de ontleding plaats onder ruime toetreding van de zuurstof der lucht, zoo ontstaat z.g. milde humus, welke neutraal reageert. Het is deze humussoort, welke in den bouwgrond een groote rol speelt. Humus verbetert de structuur van den bodem, verhoogt het waterhoudend vermogen en de warmteabsorptie, bevordert het bacterieleven, vermindert door scheikundige absorptie de uitspoeling van kali en ammoniak, terwijl bij nog verdere ontleding plantenvoedsel en koolzuur vrijkomt, welke laatste medewerkt tot het oplosbaar maken van in zuiver water onoplosbaar plantenvoedsel. Een te hoog humusgehalte kan den bodem nadeelige eigenschappen geven, b.v. vatbaarheid voor nachtvorsten door slechte warmtegeleiding, te groote vochtigheid, enz. Ontleden de plantenresten onder beperkte toetreding van de zuurstof, dan wordt „zure humus” gevormd. Is de lucht bijna geheel afgesloten en vooral bij overmaat van staand water, dan veranderen de plantenresten in „veen”.

Voor de ontwikkeling van een bosch is een goede humusvorming van groote beteekenis. De meest gunstige toestand is die, waarbij de humuslaag geregeld verrot en door nieuwen afval van naalden en bladeren weer wordt aangevuld. Daardoor komen geregeld voedingsstoffen ter beschikking van de boomwortels, terwijl de humuslaag ook door haar bedekking een gunstigen invloed uitoefent op den toestand van den boschbodem. Zure humus ontstaat bij overmaat van vocht of gebrekkige luchttoetreding; deze is nadeelig voor den groei van het bosch. — In vroeger eeuwen dacht men, dat de humus het voedsel van de hoogere planten zou zijn ; door de onderzoekingen van de 19e eeuw is wel gebleken, dat die planten zich met anorganische stoffen voeden, zoodat men nu de rol van den humus meer zoekt in het verbeteren van de physische geaardheid van den grond. Toch hebben waarnemingen van de laatste jaren doen inzien, dat wellicht ook wel organische stoffen aan den humus worden onttrokken. Vermoedelijk bestaat er ook een verband, dat echter nog niet duidelijk is, tusschen den humus en het optreden van mykorrhiza bij de wortels van onze woudboomen.

< >