Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Houtgravure

betekenis & definitie

Houtgravure - oorspronkelijk evenals de houtsnede, een graphische kunst, in later tijd meestal tot een reproductie-techniek gedaald. Ze ontstond in de 2de helft der 18de eeuw in Engeland, waar men met elsen of naalden, van verschillenden vorm in palmhout, dat in platen dwars op den vezel, als z.g. kophout was afgezaagd, ging graveeren. Het harde hout en de graveernaald lieten eene veel vrijere lijnenvorming en -combinatie toe, terwijl een meer verfijnde werking met veel zachtere overgangen in de licht- en schaduwpartijen dan bij de houtsnede ontstond. De bewerking duurde echter langer, zoodat de kosten hooger werden.

De h. bleef evenwel een kunstwerk, omdat de teekenaar ook de graveur, en de teekening derhalve op de techniek gebaseerd was; ze bleef eene aan de kopergravure nauw verwante kunstuiting. In ’t begin der 19de eeuw kwam daarin wijziging, toen de allengs toenemende vraag naar geïllustreerde werken, die dan nog tegen de goedkoopste prijzen aan de markt moesten worden gebracht, oorzaak werd, dat de kunstenaar nog wel het origineel op het houtblok teekende, maar dat hij door de veelvuldige aanvragen niet meer in staat was die teekening zelf in ’t hout te graveeren, en die arbeid aan een ander moest overlaten. Gevolg was, dat de teekenaar vaak niet meer met de gravure op de hoogte was en in de meeste gevallen ’t noodzakelijk verband tusschen teekening en techniek verloren ging. Allengs werden krijt-, pen- en potloodteekeningen, zelfs lichtbeelden geimiteerd, in den regel zoo angstvallig mogelijk nageprutst. Die h. komen in de groote geïllustr. tijdschriften der 19de eeuw bij massa’s voor, in welke afbeeldingen de gebeurtenissen van den dag zijn vastgelegd, gelijk nu langs photomechanischen weg wordt gedaan.

Het zijn daar volledige toonplaten geworden, waarin de middentonen of tinten op machinale wijze door dikkere en dunnere lijnen en punten op verschillende afstanden, en bovendien door verscheidene handen zijn weergegeven. De gewenschte voorstelling werd n.l, ook omdat gaaf palmhout slechts in kleine stukken te krijgen is, op los saamgevoegde blokjes, nadat de oppervlakte eerst is witgemaakt, geteekend. Vervolgens kreeg ieder graveur der inrichting een stuk, en na voltooiïng werden de stukken zorgvuldig aan elkaar gelijmd. Als reproductietechniek is de h. vrijwel door de autotypie verdrongen, als graphische kunst is ze door verscheidene artisten in eere hersteld.