Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoogtemeting

betekenis & definitie

Hoogtemeting - (Hypsometrie), het meten van hoogten boven de zee; komt neer op het meten van hoogteverschillen. — De barometrische h.m. gaat uit van het feit, dat de door een barometer aangegeven drukking der lucht afneemt, als de hoogte boven de zee toeneemt. —Bij bergbestijgingen of bij luchtvaarten neemt men voor de h.m. meest een aneroidebarometer mee, waarop men de luchtdrukvermindering bij de stijging van niveau tot niveau afleest. De barometers die voor dit doel dienen zijn voorzien van een hoogteschaal, waarop men direkt de hoogteveranderingen afleest; enkele fabrieken laten zelfs de m.m. schaal waarop de luchtdrukverandering kan worden afgelezen geheel weg en voorzien hun instrumenten alleen van een in meters verdeelde hoogteschaal. Bij de barometers voor alpinisten, die meer met hoogteverschillen te maken hebben en bij hun tochten van een willekeurig niveau uitgaan, is de hoogteschaal vast met nulpunt tegenover het cijfer 760 van de m.m. schaal. Een index kan tegenover den wijzer geplaatst worden en de bereikte hoogte boven een bepaald uitgangspunt worden afgeleid uit de verplaatsing van den wijzer t.o.v. den stand door den index aangegeven.

Bij de instrumenten voor de luchtvaart, waarbij men altijd uitgaat van terreinen, waarvan de hoogte slechts weinig van het zeeniveau verschilt, is de geheele hoogteschaal verplaatsbaar, teneinde bij het opgaan het nulpunt hiervan tegenover den wijzer te kunnen stellen. Men weet dan dus steeds de hoogte boven het opstijgterrein. Daar de luchtdrukafname verschillend is naarmate de lucht warmer of kouder is geeft het instrument de hoogte slechts bij benadering en moet een correctie voor de temperatuur worden toegepast. Bij vele Fransche instrumenten wordt bij de verdeeling der hoogteschaal rekening gehouden met de gemiddeld aan te brengen correctie. Meestal echter is de verdeeling gemaakt naar de luchtdrukafname zooals die zou zijn in een atmosfeer van constant 0’ C., zoodat de aangewezen hoogte bij temperaturen boven 0’ C. iets te laag en bij temperatuur onder 0’ C. iets te hoog is. — In plaats van den barometer af te lezen, kan men ook het kookpunt van water bepalen: op 2500 M. hoogte kookt water bij 91c5 C., op 5000 M. hoogte bij 83"4 C. De speciaal hiervoor ingerichte thermometer heet hypsothermometer het geheele toestel hiervoor hypsometer. — Nauwkeuriger is de trigonometrische h.m., die het hoogteverschil h van twee punten bepaalt uit den horizontalen afstand a dezer punten en den elevatiehoek e, dien de verbindingslijn met de horizontale richting maakt: h = a tg e; de hoek e wordt dan met een theodoliet of met een vizierliniaal gemeten. Bedraagt de afstand eenige honderden meters, dan behoort de kromming van het aardoppervlak in rekening te worden gebracht. — Nog nauwkeuriger is de waterpassing.