Heliopolis - (Grieksch „zonnestad”), 1) H. in Egypte (Jer. 43, 13 Beth-Semes „zonnewoning” geheeten), ook On (Ezech. 30, 17 onjuist Aven) genoemd; ± 10 K.M. ten N.O. van Kairo. Deze stad heeft geenerlei politieke beteekenis gehad, zij was daarentegen van zeer groot religieus belang. Misschien is door de zonnepriesters te H. de oud-Egypt. kalender (zie TIJDREKENING), die nog aan onzen kalender ten grondslag ligt, ingevoerd in 4241 v. Chr., onder koning Menes.
Vlgs. Gen. 41, 45 was Jozefs gemalin een dochter v. d. hoogepriester te H.
2) H. of Baäl-bek ( = „heer v. h. dal”, zie GADI) in Syrië, 33l/20 N.B., in het breede dal (el Bik’â, Coele-Syria)' tuss. Libanon en Antilibanos. Hier werd de Vooraziat. god Hadad vereerd, oorspr. dondergod, later zonnegod, bij de Arameërs vaak de hoogste god, „heer des hemels”.
