Hauck

betekenis & definitie

Hauck - (Albert), Luth. theoloog, geboren 1845 te Wassertrüdingen in Mittelfranken, 1874 pred. te Frankenheim, 1878 buitengew. en 1882 gew. hoogl. te Erlangen, 1889 te Leipzig. Zijn meest bekende werk is Kirchengeschichte Deutschlands (Tl. 1—3, Leipzig, 1887—96; Tl. 1, 2 Aufl. 1898), dat tot de meesterwerken van Duitsche historieschrijving behoort. Na den dood v. Plitt nam H. 1881 op zich de redactie van de nieuwe (d. i. 3de) uitgave der „Realencyklopaedie für prot. Theol. und Kirche”, die verschenen is in 1 tot 24 deelen.