Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Handicap

betekenis & definitie

Handicap - (Eng. van „hand in cap”, met betrekking tot het nemen van een lot uit een hoed), heeft tot doel, om alle, aan een vergelijkende sportverrichting deelnemende paarden evenveel kans op winnen te geven, door voor de besten de verrichting te verzwaren. De wijze waarop zulks geschiedt, is afhankelijk van de soort verrichting. Bij harddraverijen heeft het plaats, door de beste paarden een langeren weg te laten doorloopen, waarbij men onderscheid maakt tusschen record-, handicap- en prijzendraverijen; bij wedrennen, door het gewicht, waaronder zij moeten loopen te verzwaren (toevoeging van lood); bij springconcoursen, door enkele hindernissen te verhoogen of meerdere malen te doen springen. — De naam is afkomstig van een oud Eng. spel, waarover Pepys in 1660 spreekt, en dat onder den naam „New-Paire” reeds in de 14de eeuw in „Piers the Plowman” werd beschreven. Sedert 1680 werd bij wedrennen h. toegepast, doch onder dien naam eerst in de helft der 18e eeuw.