Grand conseil - naam van den raad, die in de Middeleeuwen in Frankrijk den koning en in Bourgondië den hertog in ’t bestuur van het land terzijde stond. Langzamerhand vormden zich in dezen raad afdeelingen, die, belast met de zorg voor een bepaalden tak van het bestuur, op den duur afzonderlijke colleges gingen vormen. In den Bourg. Staat was de grand conseil een ambulante hofraad tot 1504 (22 Jan.), toen er bij edict door Philips den Schoone werd bepaald, dat een deel van dezen Grand conseil gevestigd zou zijn in Mechelen (Grand Conseil de Malines) en een ander deel, bestaande uit enkele leden, steeds in de omgeving van den hertog zou zijn (Conseil privé).
Toen Philips de Schoone naar Spanje vertrok, kreeg ook de Conseil privé zijn zetel te Mechelen. De Gr. C. de Malines had zich bezig te houden met die zaken, wier regeling plaats moest hebben volgens ‘t geldende recht onafhankelijk van den wil van den vorst (matières de justice). In 1531 krijgt de Cons. Privé ook die zaken te regelen, welke de Gr. C. oorspronkelijk had.
De Gr. C. wordt dan een gewone Staatsraad (Cons. d’état), daar ook de regeling der zaken, die betrekking hadden op de financiën en de welvaart van ’t land, er verder aan onttrokken was. (Zie CONS. DE FINANCES, CONS. COLLATERAUX). Litt. : A. Walther, Die Burgundischen Zentralbehörden unter Max. I und Karl V (1909); geeft uitvoerige litteratuuropgaven.
