Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 03-01-2019

Gitaar

betekenis & definitie

Gitaar - Een snaarinstrument met platten klankbodem, waarvan de snaren getokkeld worden. Het aantal snaren was vroeger vier of vijf; tegenwoordig is het regel de g. te bespannen met zes snaren, die gestemd worden: E, A, d, g, b, e; door eene bijzondere inrichting, capotasto genoemd, kan het gansche instrument een halven toon hooger worden gestemd. De g. is voornamelijk begeleidings-instrument; enkele componisten hebben ook solo-stukken er voor geschreven.

Zij was een tijd lang in onbruik geraakt; sedert de liefhebberij voor het bespelen der mandoline toegenomen is, wordt ook het g.-spel weer meer beoefend. De geschiedenis van de g. is die van de luit, waarvan zij eigenlijk een der vormen is.