Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gelatine

betekenis & definitie

Gelatine - vroeger een verzamelnaam voor allerlei lijmachtige, bij afkoeling „gelatineerende” stoffen, tegenwoordig meer in het bijzonder gebezigd voor een zeer zuivere, geheel heldere lijmsoort. Als uitgangsmateriaal dienen bij voorkeur schapenvellen of ook kalfsbeenderen. De bereiding is dezelfde als die van lijm; alleen worden behoorlijke voorzorgen genomen ten einde verontreiniging te voorkomen, terwijl ten slotte nog bijzondere zuiverings-maatregelen worden genomen. Men onttrekt aan de beenderen eerst met zuur de minerale bestanddeelen, vooral, calciumphosphaat; het zoo ontstane weeke en buigzame, in water onoplosbare product, collageen geheeten, wordt met warm water hydrolytisch gesplitst.

De zoo verkregen oplossing van g. stolt tot een gel. Men snijdt deze in reepen en verdampt bij zachte warmte het water, waardoor men de bekende doorschijnende blaadjes verkrijgt. G. behoort tot de eiwitachtige stoffen. Het gebruik van de gelatine is zeer veelzijdig. Groote hoeveelheden worden in de keuken verbruikt bij de vervaardiging van puddings en geleien.

Ook de vervaardiging van photographische platen en papieren (gaslichtpapier) vraagt veel g. Bier en wijn worden met behulp van g. bevrijd van looistoffen. De capsules voor het innemen van medicamenten zijn dikwijls uit g. gemaakt. De Delftsche Lijm- en Gelatinefabriek brengt sinds korten tijd, in plaats van de algemeene blad-gelatine, een poeder-gelatine in den handel, welke gemakkelijker oplost, en constanter van samenstelling is, en daardoor een belangrijke verbetering beteekent. De naam „plantaardige g.” wordt wel gegeven aan de agar-agar.