Gaarden, geerden of geien zijn touwen aan de nok van gaffels en laadboomen en op den kop van sloepdavits, ankerdavits, enz. Bij gaffels en laadboomen worden zij gaarden of geerden genoemd, bij davits gewoonlijk geien. Zij dienen om de gaffels, laadboomen on davits er mede te bewegen en bij het slingeren van het schip vast te zetten. Zij bestaan voor het boveneind gewoonlijk uit een eind staalof ijzerdraadtouw, een zoogenaamde schinkel (geerdschinkel) en voor het ondereind uit een takel (geerdtalie).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk