Floraliavereenigingen - plaatselijk werkende vereenigingen, die beoogen den schoonheidszin te ontwikkelen, de zeden te verzachten en tevens het woonvertrek der minder gegoede bewoners onzer groote en kleine steden vriendelijker te maken, door hen te brengen tot het verzorgen van bloemplanten. Hiertoe in staat gesteld door bijdragen van leden, stelt de vereeniging op een bepaalden dag in Mei jonge potplantjes ter beschikking tegen lagen prijs, voor schoolkinderen en gezinnen uit de volksklasse. In het laatst van Augustus of in September wordt eene tentoonstelling gehouden, veelal door muziek opgeluisterd, en heeft tevens eene toekenning van prijzen plaats, meestal bestaande uit inschrijvingen op de spaarbank, soms ook wel uit nuttige voorwerpen voor de huishouding, enz. voor de mooist# dezer inzendingen. Door huisbezoek of andere maatregelen heeft het bestuur zich overtuigd, dat de tentoongestelde planten gekweekt zijn uit de uitgereikte stekplantjes.
Na afloop der feestelijkheid neemt ieder inzender zijne planten weder terug naar huis. Het denkbeeld tot het bevorderen der liefde voor bloemplanten op deze wijze is uitgegaan van bestuursleden der Maatschappij v. Tuinbouw „Linnaeus” te Amsterdam. Zij werd opgericht in 1867 met een kapitaal van f 150.000 en stichtte eene tuinbouwschool te Watergraafsmeer. Er konden meer planten gekweekt worden, dan op het eigen terrein of voor de leden noodig waren en dit heeft wellicht het denkbeeld doen ontstaan, die makkelijk te kweeken jonge plantjes aldus te gebruiken. In samenwerking met de Vereeniging tot veredeling van het volksvermaak werd in 1873 de eerste tentoonstelling gehouden met, tot besluit, volksvermaken voor jongens en meisjes van 8—14 jaar, die zelve inzenders, òf kinderen van inzenders waren. Deze goedgeslaagde tentoonstelling gaf den stoot tot het oprichten eener vereeniging, op 23 Sept. 1873, waaraan op voorstel van den heer M. A. Perk de naam „Floralia” (vereeniging tot volksbeschaving door het kweeken van bloemen) werd gegeven.
Het Amsterdamsche voorbeeld werd in tal van steden en dorpen nagevolgd, soms in medewerking met naverwante vereenigingen als b.v. de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, den Volksbond tegen Drankmisbruik, enz. terwijl ook de gemeentebesturen door subsidiën en de leden van ons Vorstelijk Huis door hunne belangstelling belangrijken steun verleenden. Wijlen H. M. koningin Sophie was tot haar overlijden Beschermster der Amsterdamsche Floralia-vereeniging en wijlen Prins Hendrik vereerde in 1876 de Floralia-tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt met zijn bezoek. In 1883 hadden o.a. Floralia-tentoonstellingen plaats in Arnhem. Almelo, Doetinchem, ’s-Gravenhage, Groningen, den Helder, Hasselt, Kuilenburg, Meppel, Middelburg, Rotterdam, Tholen, Tiel, Veenhuizen, enz. Deze vooruitgang in 10 jaar bewijst wel de aantrekkelijkheid van het streven. Ook in het buitenland heeft men het Amsterdamsche voorbeeld in meerdere plaatsen nagevolgd.
