Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Eulaeus

betekenis & definitie

Eulaeus - eigl. Eulaios, Griek, naam v. e. der hoofdrivieren v. Elam. In den bijbel (Dan. 2,8) en in de Assyr. spijkerschriftteksten heet hij Oelaj: het is de benedenloop van den huidigen Karoen (Pasi-tigris). Hij was zoo breed als de beneden-Eufraat of de Tigris, had talrijke zijrivieren, die door de diepe, boschrijke dalen in ’t randgebergte der Iraansche hoogvlakte heen kronkelden: een uitgezocht schuiloord voor allerlei rooversstammen, die hun plundertochten naar de Babylonische laagvlakte ondernamen en voortdurend door de Assyr. en Babyl. koningen (zie TIGLAT-PILESER IV) werden bestreden en verslagen, maar nooit blijvend onderworpen.

Aan de oevers v. d. E. had de beroemde veldslag plaats tusschen Assurbanipal (669 — 629 v. Chr.) en den Elamiet. koning Tep-Hoembân, in ± 655 bij de stad Toelliz, niet ver van Susa. Deze beslissende overwinning was een v. d. glansrijkste wapenfeiten v. h. Assyr. leger; Elam had sinds eeuwen niet zoo’n nederlaag geleden en is er nooit weer goed bovenop gekomen; verscheidene malen worden, in de reliefs, allerlei tooneelen uit den strijd aan de oevers v. d. Oelaj afgebeeld.

De naam Oelaj werd soms op een O.-arm v. d. Kercha, nl. d. Sjawoer of Siapoer, overgebracht, welke ten W. van Susa stroomt. Deze Kerchâ (Bab.-Ass.Oeknoe, Grieksch Choaspes) stroomt in zijn bovenloop langs de stad en den berg Bagastana (zie BISOETOEN), waar de beroemde Dariusinscripties gevonden worden, en voorts ten W. van Susa.

< >